FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57  
58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>   >|  
brug, die aan de Delftsche poort over eene vaart lag. Daar zat Trijn Blomzoetken, zooals wij, kwajongens, haar noemden, iederen dag met warmoes en ooft. Menige penning was daar door mij besteed en toen 'k verleden week geene penningen meer had, toen schonk zij mij eene maat vol zure schijvelingen, daar mijne twee kameraads haar vertelden, dat ik kajuitswachter op de Bare was en de volgende week mijne gage ontving. Ik wist wel dat zulks niet waar was, maar nam alevel de appels aan en weldra hadden wij deze met ons drieen allemaal opgepeuzeld.--Na dien tijd waren we daar niet geweest, en nu had Trijn de jongens er zeker op afgestuurd om mij te halen.-- "Ken je die vuile, gelapte borsten, Huib?" vroeg Marten. "Of hij ze kent?" sprak schipper Hein, die stillekens achter ons gekomen was, "of hij ze kent, Marten? Bijlo, het zijn zijne beste vrienden! Niet, Huibje?"-- "He, Huib! Huib! Huib! Kom-je?" klonk het van den wal. Ik vatte moed en, als wilde ik schipper Hein tot eenen logenaar maken, riep ik: "Loopt, ik ken je niet!" "Heeee! Hij en kent ons niet, Jan?" schreeuwde de een en begon met den ander, die Joost heette, allerlei sprongen te maken, en toen ze moede waren van al die malle luchtsprongen begonnen ze te zingen: Fideldine, fideldijn! Ick en dans nyet, Ick en schrans nyet! Fideldine, fideldyn, Ick ken jou en jij kent mijn! Fideldine, Heyntjeman, Ick en roep nyet, Ick en snoep nyet! Fideldine, Heyntjeman, Drinckt den wijn uit volle kan. Fideldine, Zuyerzee, Ick en klinck nyet, Ick en drinck nyet! Fideldine, Zuyerzee, Huib blijft hier en Trijn gaet mee! Fideldine, kakelbonght, Ick en krijgh nyet, Ick en swijgh nyet! Fideldine, kakelbonght, Volle kannen syn ghesont! "Kom, Huib, zing dat fijne mopsjen toch mee, man!" zei Hein. "Ik en ken dat mopsjen niet'," gaf ik ten antwoord; maar de roode kleur, die ik kreeg, zeide maar al te wel dat ik loog. "Heeee, fijnman, heeee! Kom dan toch, of we gaan alleen naar onze goede Trijn Blomzoetken!" schreeuwde Joost en gooide zijne muts in de hoogte, duikelde tweemalen over den kop, pakte Jan bij den arm en voort gingen ze. Al lang waren ze de naaste straat ingeslagen toen ik hen nog hoorde zingen: Die backer Joosten al op den hoek, - Hi - ha - hoe! Die slaet syn wijf met Bagynenkoeck, - Bi - ba - boe! En so die Backer dat nyet en de
PREV.   NEXT  
|<   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57  
58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>   >|  



Top keywords:
Fideldine
 

Zuyerzee

 

mopsjen

 
schipper
 

Marten

 

kakelbonght

 

schreeuwde

 

Blomzoetken

 
zingen
 
Heyntjeman

luchtsprongen

 

kannen

 

krijgh

 

begonnen

 

swijgh

 

fideldijn

 

klinck

 

blijft

 

Drinckt

 
drinck

schrans
 

fideldyn

 
ingeslagen
 

straat

 

backer

 

hoorde

 

naaste

 
gingen
 
Joosten
 

Backer


Bagynenkoeck
 

antwoord

 

fijnman

 

hoogte

 

duikelde

 

tweemalen

 

gooide

 

alleen

 

ghesont

 

kameraads


vertelden

 

kajuitswachter

 

schijvelingen

 
volgende
 

appels

 

weldra

 

hadden

 

alevel

 

ontving

 

schonk