FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107  
108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   >>  
n oorlog zelfs tot over de honderd gebracht. Deze vloot had gerust de "Onoverwinlijke" mogen heeten, als ze maar niet zoo gebrekkig samengesteld ware geweest, en die gebrekkige samenstelling weer was een gevolg van het bestaan van vijf Admiraliteits-collegien, die elkander in vele opzichten dikwijls zeer vijandig waren. Naijver was er altijd, en inplaats dat die naijver de leden dier Collegien aansporen zou om door daden met de andere te wedijveren, bleven ze dikwijls met hunne daden achter, omdat ze zich in deze of die opzichten verongelijkt gevoelden. Zelfs vreemdelingen viel dit in het oog. Tromp verdeelde zijne vloot in vier smaldeelen. Hij zelf nam het eerste; het tweede gaf hij aan zijnen stadgenoot Witte Cornelisz. De With, doch daar deze door ziekte verhinderd was aan den tocht deel te nemen, liet hij het bevel er van aan Michiel Adriaensz. De Ruyter. Het derde stelde hij onder de bevelen van den Zeeuwschen Vice-Ammiraal Jan Evertsen en het vierde vertrouwde hij aan den Schout-bij-Nacht Pieter Floriszoon toe. De geheele vloot bestond thans, daar er nog vele koopvaarders bijgekomen waren, uit bijna vijfhonderd zeilen. Aanvankelijk beloofde deze tocht alweer niet veel goeds; want wind en regen en nog eens regen en wind noodzaakten Tromp naar de vaderlandsche kusten weder te keeren. Eerst den 9den van de maand kwam de vloot te Dover aan en den 10den kwam het tot eene ontmoeting met de Engelschen onder Blake. Al aanstonds bij den aanvang van het gevecht werd Tromp door twee groote schepen De Bonaventura en De Rozenkrans aangevallen. Hevig was het gevecht en het vermoeden is niet zoo heel onwaarschijnlijk, dat de twee Engelsche kapiteins gezworen hadden, dat ze den Hollandschen Admiraal levend of dood hunnen bevelhebber zouden aanbieden. Maar, kon onze Marten de kogels, die, uit een vreeselijk schrootvuur op hem gericht werden, niet van zich weren, dan zou de vijand toch ervaren, dat een man als Tromp wel sneuvelen, maar zich niet overgeven kon. "Marten, berg-je!" riep eensklaps Huib toen hij zag dat een achttal musketten op hem gericht waren. Tromp boog zich en zes kogels doorboorden den wand van de hut waartegen hij geleund had. "Kinderen, nu moet het ons gelden! Elk doe zijn best!" sprak hij tot de matrozen en zich even tot Huib wendende, vroeg hij: "Zijt gij niet mijn oude speelmakker Huib Maerland?" "Jawel, Ammiraal!" was Huibs verlegen antwoord; want hij schaamde zich dat hij van een onbe
PREV.   NEXT  
|<   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107  
108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   >>  



Top keywords:
Ammiraal
 

kogels

 
Marten
 
gericht
 

opzichten

 

gevecht

 

dikwijls

 

hunnen

 

aanstonds

 
Admiraal

levend

 

bevelhebber

 
aanvang
 
zouden
 
kusten
 

aanbieden

 
Engelschen
 
Hollandschen
 

vermoeden

 

ontmoeting


aangevallen

 

schepen

 

Bonaventura

 

Rozenkrans

 

gezworen

 
groote
 
keeren
 

kapiteins

 

Engelsche

 

onwaarschijnlijk


hadden
 
overgeven
 

matrozen

 

Kinderen

 
gelden
 
wendende
 

verlegen

 

antwoord

 

schaamde

 
Maerland

speelmakker

 

geleund

 

waartegen

 
ervaren
 

sneuvelen

 
vaderlandsche
 

vijand

 

schrootvuur

 

vreeselijk

 

werden