FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   >>  
. Babbelende en snappende, maar heel langzaam, en om de hitte, en omdat grootvader niet meer zoo vlug weg kan, vervolgen ze hunnen weg naar het dorp. Ik behoef u niet meer te zeggen, jongens en meisjes, wie die twee zijn! Ge begrijpt dat al lang. "Maar hoe komen ze hier?" 'K zal het u zeggen. Kort na het sluiten van den vrede te Westminster nam Huib zijn ontslag uit den dienst, "want," zeide hij, "nu Tromp dood is, kan ik er geen pleizier meer in vinden!" Hij ging eerst in Den Briel wonen; maar niemand kende hem daar meer en daarom zag hij ook al uit naar eene andere woonplaats. Had Vlieland wat dichter bij gelegen dan zou hij daar zijn gaan wonen. Dan was hij dicht bij Jonge Kees, die al dadelijk van de vloot was gegaan toen deze na den dood van Tromp geheel verslagen thuis kwam. Maar als hij eens naar Maassluis ging. Jaantje Lanoy kende hem toch, en die zou den ouden man wel voor een enkelen keer te woord willen staan. Ja, dat zou hij doen! Veertien dagen later zat hij bij Jaantjes moeder koffie te drinken, en zij had hem altijd zoo'n gezellig ouwentje gevonden, dat zij hem zelfs wel in huis wilde hebben. Dat nam Huib gaarne aan. Overdag breide hij netten, knoopte touw of sjouwde wat aan de haven en 's avonds vertelde hij historietjes uit zijn zeemansleven. Gewoonlijk verdiende hij iedere week wel zooveel, dat hij zijn kostgeld betalen kon, en als dat een enkelen keer eens te weinig was, dan sprak hij zijn spaarpot aan; want, zie-je, behalve die vijfhonderd guldens, die daar nog altijd in eene kous en eene pulle in het kastje lagen, had hij nog een ander potje zuiver opgespaard geld. Zoo had hij daar al vijf jaren gewoond. Jaantje bleef ongetrouwd en zei altijd: "Moeder en Vader Huib kunnen me niet missen." Ze leefden heel gelukkig en tevreden en juist toen ze op zekeren middag aan tafel zouden gaan, wordt de bovendeur opengedaan en iemand roept: "Hola!" Huib rijst op en in den gang komende roept hij uit: "Jonge Kees, jongen, hoe maak-je 't? Wel, dat is goed dat je me eens komt opzoeken! Dat is goed!" De persoon, die binnentrad en niemand ander was dan Jonge Kees, verwonderde zich zeer Huib hier te vinden en toen deze hem vroeg: "Hoe wist je dat ik hier woon?" antwoordde de jonge visscher: "Ik en wist niet, dat je hier woonde!"-- "Zoo, zoo," zegt Huib, "dus je komt niet om mij, maar.... Zeg eens, Jonge Kees, ben je al getrouwd?" Jonge Kees wordt rood en Jaantje even aankijkende die ook
PREV.   NEXT  
|<   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   >>  



Top keywords:
altijd
 

Jaantje

 
vinden
 
niemand
 

enkelen

 

zeggen

 

kastje

 

zuiver

 

opgespaard

 
zooveel

kostgeld

 

aankijkende

 
iedere
 
verdiende
 
vertelde
 

historietjes

 
zeemansleven
 
Gewoonlijk
 

betalen

 

behalve


vijfhonderd

 

gewoond

 

getrouwd

 

spaarpot

 

weinig

 
guldens
 
visscher
 

bovendeur

 

opengedaan

 

avonds


persoon
 
binnentrad
 

zouden

 

verwonderde

 
opzoeken
 
iemand
 

jongen

 

komende

 

middag

 
kunnen

missen

 

Moeder

 

ongetrouwd

 
woonde
 

leefden

 
gelukkig
 

zekeren

 

antwoordde

 

tevreden

 

willen