eide!"
Maar er komt verwarring in onze slagorde! Er is geene eenheid
genoeg! Men mist den man, die met zijn helderen blik alles bestuurde
en bij ongunstige omstandigheden soms nog een licht plekje zag,
dat de uitkomst heel anders deed worden dan men vermoed had.
En Evertsen kan niet meer bij de vloot blijven! De Ruyter ook
niet! Hunne schepen hebben zoo vreeselijk geleden dat ze zich naar
Goedereede moeten laten sleepen.
De bevelhebber is thans Witte Cornelisz. De With, die ten laatste ook
den dood van Tromp vernomen en uitgeroepen heeft: "Is Tromp dood! Dat
strekt tot aller leedwezen! Hij was een groot man!"
Met eenen moed, die door geen woorden te bepalen is, stort hij op
den vijand in.
Pieter Florisz. en Cortenaer staan hem trouw bij en weten van geen
wijken. Van wijken weet kapitein Marrevelt ook niet, en toch is van
de drie masten, die op zijn schip stonden, slechts een stomp van den
fokkemast over. Hij zelf heeft eene zijner handen verloren en twintig
wonden ontvangen. Achttien van zijne manschappen zijn gesneuveld,
vierentwintig zijn gekwetst, maar wijken, neen, dat nooit!
De bodems van Sangher, Schutter, een Evertsen en een Banckers dreigen
te zinken; maar zij houden stand, ze willen niet wijken: "Het is
schoon voor het Vaderland te sterven al is het niet te midden der
overwinning!" denken ze!
Maar wie niet wijken, wie zich liever dood vechten of in het gezicht
van den vijand hun laatste stuk geschut lossen en dan te gronde gaan,
niet die vierentwintig lafhartige scheepskapiteins, die op de vlucht
slaan.
Witte wil die vlucht verhinderen door met scherp op die schepen
te schieten; maar dit verdubbelt hunnen angst en met volle zeilen
verlaten ze het tooneel des gevechts. Door hunne lafhartigheid wordt
een vreeselijke nederlaag wat eene schitterende overwinning had
kunnen worden.
De With knarsetandt van spijt en geeft bevel tot den aftocht, dien
hij in orde volbrengt. Wel is het vechten tot hij in Tessel aankomt,
maar toch zijn ze er!...
Het verlies der Nederlanders was groot. Twaalf of dertien schepen
werden in den grond geboord of verbrand. Slechts een schip werd
genomen. Het aantal gesneuvelden was aanzienlijk en dat der gekwetsten
niet minder.
De Engelschen, die overwonnen hadden, waren niet minder geteisterd
en dit was de oorzaak, dat men van beide zijden hard naar den vrede
verlangde, hoewel hij door onderhandelingen vertraagd, eindelijk op
voor ons nadeelige voorwaarden eerst in Gr
|