en traan langs zijne gebruinde kaken.
"Huib, wat scheelt er aan? Wat is 't Huib?"
"Marten, mijn oude, trouwe vriend Marten is dood!" luidt het antwoord.
Als de Nederlandsche vloot nu nog eens overwon, als al die Engelsche
schepen eens in brand geschoten en vernield werden, als Engeland
ons ootmoedig om den vrede kwam smeeken, dan hadden we veel, heel
veel gewonnen, maar ons verlies zou altijd nog grooter zijn dan
onze winst.--
Reeds bij den aanvang van het gevecht en juist toen hij eenige
bevelen stond te geven werd hij door eenen musketkogel doodelijk
getroffen. Hij viel neder en na met zwakke stem gezegd te hebben: "Ik
heb gedaan! Mijne kinderkens, houdt goeden moed!" gaf hij den geest.
Zoodra Huib zag dat zijn Ammiraal, "zijn ouwe trouwe speelkameraad
Tromp" viel, snelde hij naar hem heen, doch kwam alleen om zijne
laatste woorden te verstaan en zijne oogen te sluiten.
De gansche bemanning was een oogenblik radeloos van droefheid. Het
was een vreeselijk oogenblik. Aller oogen zouden op het Ammiraalschip
gevestigd zijn en, als dat zich aan het gevecht onttrok, dan ... dan
was nu al het lot van den dag beslist.
Egbert Meussen Cortenaer was kapitein op het schip. Wat zou hij
doen? Stil, daar schiet hem wat te binnen.
"Mannen," roept hij, "onze brave, goede Ammiraal is dood en God hebbe
zijne ziel! De Vereenigde Provincien verliezen in hem den grootsten
man, dien ze hadden. Maar toen deze man nog een knaap was en zijn
vader door de Turksche roovers aangevallen en gedood werd, riep hij:
"Mannen, zult gij den dood mijns vaders niet wreken?" en nam den degen
van den gevallene in de hand om zich op de Turken te werpen.--Ammiraal
Tromp was onze Goede Vaer en als zijn kind roep ik u toe: "Mannen,
zult gij den dood van onzen Goeden Vaer niet wreken?"--
Dat hielp. Huib sprong op en riep: "Ja, ja, wreken! wreken!"
Cortenaer seint Evertsen en De Ruyter aan boord.
Beiden komen en nauwelijks ziet De Ruyter den gevallen held liggen
of hij roept uit: "Ach, ware ik voor Goede Vaer gestorven!"
Evertsen die de oudste in jaren was, nam nu het opperbevel op zich,
doch beval aan Cortenaer voor de overige schepen den dood van Tromp
verborgen te houden.
Tot driemalen toe loopen de twee vijandelijke vloten tegen elkander
in als bokken, die elkaar met de horens willen stooten.
"De aardsche donders uit duizend metalen monden gedreven, verbijsterden
den hoorder, de zeedorpen trilden op hunne zandgronden en de zee
lo
|