FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   >>  
! O slaef! O, arme mensch!" "Nu nog mooier! Nu ik "potgelt" heb,zou ik een "vreck" zijn. Neen, ik en ben geen "vreck", ik en wil geen "vreck" zijn ook!" Het gezang klonk nu heel dichtbij. "Waar groeien eicken 't Amsterdam? O kommerziecke Beurs, Daar noit genoeghen binnen quam! Wat mist die plaets al geurs! Wy voghels vlieghen warm gedost Gerust van tack tot tack. De hemel schaft ons dranck en kost, De hemel is ons dack. Wy zaeien noch....." Het gezang houdt ineens op en een stoere varensgezel van ongeveer zeventien jaar snelt op den eenzamen wandelaar toe en roept: "Huib, Huib, waar jij heen?" Huib kijkt op en ... "Bijlo, kwajongen, je laat me schrikken. Waar kom-je vandaan, Jonge Kees?" "Wel, ik ben eens even naar Vlieland geweest en op zee ben ik overgestapt op eene visschersschuit van Maassluis! En waar gaat gij heen?" "Ik ga naar Maassluis!" "Naar Maassluis? En dan?" "Naar Rotterdam!" "En dan?" "Aan boord!" "Dan ga ik met je mee! Dat treft! Ik en had niet gedacht dat ik zulk schoon gezelschap hebben zou!" "Jawel, maar kan-je hier niet blijven wachten tot ik terug ben?" "Zeker kan ik dat; maar dat en doe ik liever niet! Goed gezelschap maakt korte mijlen, Huib!" "Nou, ga dan maar mee! Je mag ook wel weten wat ik doe!" "Je maakt me nieuwsgierig, Huib!" "Dat kan wel zijn; maar ik en zeg toch nu nog niet wat ik daar ginds ga uitvoeren!" "Mij goed, ik kan wel zoo lang wachten!" Gedurende een vijf minuten liepen onze twee bekenden langs den weg zonder een woord te spreken. Dat begon Jonge Kees te vervelen en in de hoop, dat hij zijn makker wat opvroolijken zou, zette hij Joost Van den Vondels keurigen Wilt-zangh voort. "Wy zaeien noch wy maeien niet: Wy teeren op den boer. Als 't koren in zijn airen schiet Bestelt al 't land ons voer. Wy minnen zonder haet of nyt. En danssen om de bruit: Ons bruiloft bint zich aan geen tydt, Zy duurt ons leven uit!" "Ben-je al getrouwd, Jonge Kees?" vraagt Huib eensklaps. Een luide schaterlach, die de vogels opjaagt en de kikvorschen van schrik in de sloot doet springen, klinkt langs den weg. "Nou, ik en zie niet in waarom jij daar zoo om lachen moet!" "Ik wel," zei Jonge Kees, "ik wel! Ik ben pas drie weken van boord en nog geen zeventien jaar oud! Is dat niet om te lachen?" "'T is waar ook, Jonge Kees, 't is waar ook.--Maar zeg, weet-je
PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   >>  



Top keywords:
Maassluis
 

zeventien

 
gezelschap
 
zaeien
 

wachten

 

gezang

 

zonder

 

lachen

 

minuten

 
liepen

keurigen

 

Vondels

 
Gedurende
 
bekenden
 
mensch
 

vervelen

 
spreken
 
maeien
 

opvroolijken

 

makker


schrik

 

kikvorschen

 

springen

 

opjaagt

 

vogels

 
eensklaps
 
vraagt
 

schaterlach

 

klinkt

 

waarom


getrouwd
 
minnen
 

Bestelt

 

schiet

 
danssen
 
bruiloft
 

teeren

 

stoere

 

varensgezel

 
ongeveer

ineens

 

dranck

 

eenzamen

 
kwajongen
 

potgelt

 
wandelaar
 

schaft

 

genoeghen

 

kommerziecke

 

Amsterdam