et mysterie. Er zijn geestelijke stroomingen, waarvan
de oorzaken geheel en al mysterieus zijn. Is het bijv. niet absoluut
geheimzinnig, dat alle geestelijke stroomingen gaan tot een zekere mate
van verzadiging en dan komen tot hun tegendeel en omslaan in reactie?
Dat kunt u onmogelijk verklaren uit een theorie, die eenvoudig aanneemt,
dat het geestelijke zou zijn een bovenbouw van het materieele. Maar, al
ben je geen theoretisch aanhanger van het historisch materialisme en
alle theorieen van Marx, kun je heel goed lid zijn van de S.D.A.P. en
met alle kracht medewerken in die richting, omdat je overtuigd bent, dat
wij nu zeker een paar eeuwen lang werken moeten in de richting van het
gemeenschappelijke, voordat wij weer aan de rechten van het individu
denken. Want de waarheid ligt voor mij in een zoo natuurlijk mogelijke
harmonie van individu en gemeenschap, zooals dat bijv. in "Civitas", het
boek van Treslong, zoo juist is uitgedrukt. Hij zegt duidelijk, dat de
menschen niet alleen hebben neiging tot zelfbehoud en zelfverdediging,
maar dat ieder zich voortdurend voelt lid van de gemeenschap. Dat ieder
tot op zekere hoogte even goed kuddedier is als individualist, omdat
louter individu zijn met het menschelijke in het algemeen niet
vereenigbaar is, geestelijke afdwalingen daargelaten. En dat is ook
daardoor te bewijzen, dat zooveel van die boeken, die zoogenaamd sterk
individualistisch zijn, minstens voor tachtig procent algemeen
menschelijke gevoelens bevatten.
--Geloofde hij dan niet, dat de groote waarde van den kunstenaar, en in
het bijzonder van den schrijver, daarin is gelegen, dat hij, staande
tegenover de gemeenschap, aan die gemeenschap nieuwe geestelijke wetten
toont, en haar leert de dingen met een nieuwen maatstaf te meten? Kon
hij niet toegeven, dat de schrijver wezenlijk is een held in den zin van
Carlyle, een absolute, bewegende kracht in de geschiedenis, die zijn
beteekenis juist aan zijn volstrekt alleenstaan ontleent?
--Och ja, gaf hij ten antwoord, de beschouwingswijze van Carlyle heeft
ook haar tijd gehad. Hij kijkt zeer juist door den bril van de winnende
liberale bourgeoisie, en dat heeft ook zijn waarde. Maar voor mij is
het ideaal de toestand van de middeleeuwen, waarbij wij niet eens weten,
wie een bepaald kunstwerk gemaakt of een bepaald boek geschreven heeft.
De artiest is waarschijnlijk in veel opzichten een fijner bewerktuigd
wezen dan de meeste andere menschen, maar een held die verdienen
|