ders is natuurlijk, dat men het gemeenschappelijke, het algemeen
menschelijke, in zichzelf min of meer kan aankweeken, kan trachten een
zoo breed mogelijk mensch te zijn en zooveel mogelijk menschen te
begrijpen, kortom zoo ruim mogelijk te worden. De tachtigers hebben over
het algemeen, uit een heel begrijpelijk streven om niet banaal te zijn,
wat ook een zeer artistiek streven is, het gezocht in een
uitdrukkingswijze die zij meenden dat van hen alleen was. Maar met dat
verschil in uitdrukkingswijze is heelemaal niet bewezen, dat wat zij uit
te drukken hadden sterk individueel was.
--Hieruit zou bijna zijn af te leiden, dat volgens u zij, die zich er
wel op toeleggen uit te drukken wat in eenige groep menschen leeft,
zichzelf als kunstenaar benadeelen.
--Ja, maar ik geloof niet, dat iemand het kan. Zoo iemand heeft
eenvoudig geen houvast meer, hij wordt tegenover zichzelf oneerlijk. Ik
zou durven zeggen, dat hetgeen hij voortbrengt geen kunst meer is.
Zoodra iemand voorbedachtelijk tracht gevoelens van een groep personen,
waartoe hij min of meer behoort, weer te geven, en niet zichzelf uit te
spreken, levert hij geen kunst meer. Bij dit zichzelf uitspreken, denken
wij voornamelijk aan de lyriek, maar in de epiek, in een verhaal,
spreekt iemand zich natuurlijk ook zuiver uit, in het algemeene idee van
een boek, het karakter, de compositie....
Laten wij er om denken, dat al onze onderscheidingen in de literatuur,
al de "ismen" en "ieken", de scheiding tusschen roman en novelle, zelfs
die tusschen proza en poezie, heel nuttig zijn, maar toch betreffen
betrekkelijke bijzaken. Er is iets in ieder werk, en dat is het
voornaamste, dat hier boven uit gaat. Dat is de smaak van het boek, het
karakter, iets onuitsprekelijks, en dat is toch het essencieele. Dat is
ook de persoonlijkheid. Men heeft gezegd: "le style, c'est l'homme".
Heel best, wanneer men het woord "style" neemt zoo breed mogelijk, ik
zou zeggen in de beteekenis van den "Gesamteindruck". Ieder doet toch
wat hij op het moment goed vindt. Hij kan er later wel over gaan
nadenken, nou ... ik voor mij heb altijd maar gedaan wat ik op het
moment voelde dat ik moest doen.
--Ten slotte stelde ik nog de vraag of een verbetering in de
maatschappelijke verhoudingen, waardoor de vele conflicten die uit die
verhoudingen voortkomen worden vermeden, volgens hem geen nadeeligen
invloed zou hebben op het ontstaan en op de vorming van kunstenaars, die
toch een groot deel van
|