ingen en zich objectiveeren ten opzichte van de
levensverschijnselen. In onze kunst oordeelen wij niet. Met
ijzingwekkende kracht blijven wij onverschillig voor de persoonlijke
appreciatie, en in roerlooze schoonheid weerspiegelen wij het bosch, en
de maan en den mensch zelf.
--Nu voelde ik mij toch genoopt te vragen naar de verhouding tusschen
dit levensinzicht en de levensbeschouwing van het proletariaat, de
wijsbegeerte van het historisch materialisme.
--Ik geloof, kreeg ik ten antwoord, dat de wijsbegeerte van het
historisch materialisme, wat zijn zuiver dialectischen ondergrond en wat
zijn wezenlijk wijsgeerige kern betreft, door het proletariaat niet kan
worden beoordeeld, dat het wat daarover gezegd wordt door groote denkers
aanvaardt, terwijl die groote denkers m.i. niets anders doen dan op een
bepaalde manier hun eigen ik-heid manifesteeren, zonder iets hoogers te
geven dan iedere andere subjectieve wijsbegeerte.
Doch dit heeft niets te maken met de maatschappij-critiek van het
historisch materialisme. Die vind ik voortreffelijk. Echter onderscheid
ik mij ten zeerste van sociaal-democraten als mevr. Holst en Gorter,
doordat ik ook een zeer bijzonder gevoel heb voor occulte wijsbegeerte
en mystieke dingen, die mij in hooge mate interesseeren. Zeker, het is
iets persoonlijks van mij. De studie dier verschijningen gaat buiten het
volk om en kan het niet schelen. Het is voor het eigenlijke proletariaat
van oneindig veel meer belang als het de wet van vraag en aanbod, van
meerwaarde en verbruikswaarde kent en economisch sterk onderlegd is. Ik
zou niet gaarne willen meedoen met de theosophische socialisten, die
volgens mij een geweldige verwarring brengen. Maar de wezenlijk
geestelijke problemen als zoodanig kunnen niet met een zwaai worden
betrokken in den gezichtskring van alle proletariers. Hoe zou het ook
kunnen?
De strijd van het proletariaat openbaart zich politiek en economisch in
een geweldig ideaal. Weet u wat ik mij altijd heb afgevraagd: wat leidt
die menschen er toe voor een betere maatschappij te strijden? Dat is
zuiver ideologisch sentiment ten slotte, maar het is een heerlijke
menschelijke ideologie. Ik erken, het bewustzijn daarvan kan je heele
leven vullen.
Maar angstwekkend vind ik het, als diezelfde menschen op grond van hun
historisch materialisme het geestelijk leven probeeren vast te leggen in
bepaalde wetten, die ik heel anders beoordeel en heel anders bekijk.
Zelfs vind ik in den ly
|