absoluut niet
waar. Ik heb geen intellectueel schema. Wanneer mijn werk wel eens den
indruk maakt van intellectualisme, dan komt dat, omdat in mijn
persoonlijkheid de intellectualiteit sterk werkt. Maar ik heb nooit een
gedicht geschreven dat niet een zuiver persoonlijke ervaring was. Ik wil
leven geven, en is in het menschelijk leven het intellect niet een van
de voornaamste factoren? Moet die dan buitengesloten worden? Ik begrijp
niet hoe Van de Woestijne altijd maar kan beweren, dat het, ik zal maar
zeggen ons, om bewuste reflectie en bewuste verbeelding te doen is. Hij
kan beter weten. Het intellect moet het gevoel bevruchten, en het gevoel
het verstand, en de vrucht zal dan zijn, dat warme, wijze, diepe
geestelijk leven, waarnaar ik verlang en waaraan eigenlijk de heele tijd
zoo'n behoefte heeft. Natuurlijk zal mijn poezie anders zijn dan de
"Nieuwe Gids" ons heeft leeren te genieten en--men verwart zoo dikwijls
geestelijk leven met intellectualiteit. Ik ben voor mijzelf in de poezie
zelfs zeer sterk een antipode daarvan. Ik word kriebelig, wanneer ik
intellectualistische poezie lees.
Een groot geestelijk leven--dat is het wat ik voor mijzelf zou willen en
in anderen zoo bewonder en dat is ook mijn groote bewondering voor
Dostojefsky, omdat die in alle richtingen het leven heeft doorpeild met
zijn gedachten, ook in richtingen die tegengesteld waren aan de zijne.
Maar gedachten zijn bij hem hartstochten! Zijn figuren zijn geen
menschen die behalve een heele boel andere, ook nog den hartstocht van
hun gedachte hebben, neen, zij worden door die eenen hartstocht
verslonden en alles, alles van hen wordt door dien hartstocht bepaald.
Zulke persoonlijkheden hebben op de menschheid grooten invloed en naar
zulke dichters vraagt de menschheid. Hij heeft voor zichzelf een
positieve levensbeschouwing gevonden. Ik sta nog aan den kant van de
menschen die hij in zijn werk tegenover zich zelf stelt. Hij geeft zijn
positieve idealen en stelt daartegenover het geestelijke dat hij in alle
richtingen heeft doorleefd--want niemand heeft zooveel aan den Twijfel
geleden als juist hij.... Zijn Iwan Karamasoff is een figuur waarin ik
mijzelf weerspiegel. Hij heeft het probleem van het werkelijke
atheisme--niet wat de liberale burgerman daaronder verstaat!--doorvoeld,
en dat heeft hij in zijn figuren levend gemaakt--niet als gedachten,
maar als brokken brandend leven! Maar boven de groote gevoelens van het
moderne leven, van hartstocht e
|