FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   >>  
er niet voor, omdat ik niet geloof dat ooit het innerlijk weerlegd kan worden door het economische. En omdat ik er toch ook in zie een poging tot wijziging van het maatschappelijk samenstel, waartoe op zichzelf een zekere grond bestaat. Treffend vind ik, dat in de latere gedichten van Gorter, de socialistische, datgene schoon is waarin het oude geluid van "Mei" naklinkt, zoodat men zeggen kan: Wanneer een socialistische maatschappij bestond, ook dan zou de schoonheid niet daaraan ontleend zijn, maar aan het innerlijke. Het innerlijke heeft zijn zelfstandigheid en geeft die niet op. Het is het eigenlijke dieptepunt, het centrale punt van leven en werkelijkheid. De loochening daarvan staat gelijk aan de ontkenning dat de cirkel een middelpunt zou hebben. De geestdrift der idee blijft altijd het ontspringpunt van schoonheid en waarheid en ook van goedheid. Elke maatschappij zal ten slotte weer haar waarde moeten ontleenen aan deze geestdrift, die niet uit het maatschappelijke maar uit het innerlijke komt.-- Wat nu de strooming van "Zuivere Rede" betreft, in het algemeen zou ik zeggen, dat de mensch altijd aangewezen is op de centrale gedachte om van daar uit persoonlijk het leven te doorzien--maar dat het stelsel in zijn naaktheid nooit deze rechtstreeksche zienswijze kan vervangen.... Wat niet wegneemt dat Hegel zelf een ziener is en voor hem de Idee de levende kracht is, die geheel de natuur en de cultuur draagt. Men krijgt bij hem heel sterk den indruk, met een ziener te doen te hebben. Dat echter de idee van Hegel alleen maar in zijn stelsel uitgewerkt zou kunnen worden, met andere woorden, dat het Hegelsche stelsel de noodzakelijke uitingsvorm is van de Hegelsche grondgedachte--dat stem ik niet toe. Althans, dunkt mij, _zal wel nooit de wijsbegeerte de kunst mogen of kunnen vervangen, maar juist de bezielende kracht moeten zijn voor kunst en moraliteit en religie tegelijkertijd_. --Hoe is dan het verband tusschen kunstenaarwijsgeer en maatschappij; denkt hij, al speculeerend, daarbij aan hen die van zijn werk kennis zullen nemen, met andere woorden, stelt hij zich in dienst van zijn medemenschen? --Dat vind ik een aardige vraag. Het is juist een vraag die dikwijls mijzelf bezighoudt, maar waarop een tweevoudig antwoord moet worden gegeven: Het eerste antwoord is, dat ik mij verklaar tegen alle wijsgeerig aristocratisme, dat alleen aan zichzelf denkt. En het tweede antwoord is, dat in hoogsten zin toch de wij
PREV.   NEXT  
|<   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   >>  



Top keywords:
antwoord
 

innerlijke

 
worden
 
maatschappij
 

stelsel

 

schoonheid

 

hebben

 

centrale

 

geestdrift

 
andere

alleen

 

vervangen

 
kracht
 
ziener
 
kunnen
 

altijd

 
Hegelsche
 
woorden
 

moeten

 

socialistische


zichzelf

 

zeggen

 

echter

 

eerste

 

tweevoudig

 
waarop
 
gegeven
 

verklaar

 

uitgewerkt

 

natuur


tweede
 
cultuur
 

geheel

 

hoogsten

 
levende
 
aristocratisme
 

draagt

 

noodzakelijke

 

krijgt

 
wijsgeerig

indruk

 

bezighoudt

 

verband

 
tusschen
 

tegelijkertijd

 
zullen
 

kunstenaarwijsgeer

 

daarbij

 

speculeerend

 

kennis