n twijfel en wanhoop, heeft hij een
ideaal gevonden dat hem, niettegenstaande al zijn ellende, is gaan
vervullen en de hoogte van dat ideaal is te meten naar de diepte van
zijn twijfel, waarvan hij het volle begrip behouden heeft.
Tegenover heel veel menschen met vaste levensopvattingen begin ik
sceptisch te staan, omdat ik niet weet uit welke basis die
levensopvatting is opgekomen--of er de groote Twijfel aan is
voorafgegaan--of er een diepe ziel achter zit,--maar wanneer ik
Dostojefsky's groote twijfelaars lees, dan weet ik uit welken ondergrond
zijn positief ideaal is opgerezen, en dat geeft mij ook de hoop en het
geloof dat ik voor mij zelf zal vinden. Vindt u het niet typisch, dat
bijna al die zelfkwellers van zijn boeken onder de dertig zijn? Dat
beteekent voor mij veel, want hij schreef ze toen hij veel ouder was....
En ik weet, dat wanneer ik heb gevonden, ik niet heb gevonden voor
mijzelf alleen--maar voor duizenden.
En wanneer ik dan talent genoeg heb--dan zal ik een geestelijk leider
kunnen zijn. Daar zit geen hoovaardigheid in--want er zijn twee
praemissen: Ten eerste dat ik zou vinden; ten tweede dat ik talent zou
hebben. Ik hoop op den goeden weg te zijn naar dit ideaal, en dat ik
bewust de dingen wil die voor den sterkeren dichter noodzakelijk zijn,
is voor mij van belang. Men moet toch reiken, wil men iets _be_reiken.
In den bouw van mannen als Kloos en Gorter ontbreken die elementen en
dit maakt dat ze nooit tot een van de groote leiders van de menschheid
konden worden, al was Kloos toch een groot dichter. En nu meen ik, dat
in hen die men thans de jongere dichters noemt, en die misschien wel
weer andere elementen missen, laat ik dat er bij zeggen, een paar
elementen zijn, noodwendig voor groote leiders--zoodat het alleen van
hun persoonlijk talent of genie afhangt of ze het werkelijk zullen zijn.
Nu is u toch wel duidelijk geworden--niet waar--dat er in mij niets is
van een intellectueel schema, maar wel een streven naar zuiver en diep
leven--dat is: een door een sterke persoonlijkheid doorvoeld leven, dat
ik niet im Voraus in banden mag knellen. Dat _dit_ mijn streven is--een
van de meest karakteristieke dingen van mijn werken--de adem die er
doorheen gaat--is daarvan het bewijs. En ik wil even zeggen, dat iemand
die mij voor intellectualistisch houdt, mijn studies maar behoeft te
lezen om te zien, wat de hoofdzaak is wat ik begeer. In al mijn studies
tracht ik een psychologische synthese te geve
|