ij niet het
antwoord. Dat zal de toekomst brengen.... Ja, dat is zoo, men zal mij
misschien kwalijk nemen, dat ik deze leemte in de sociaal-democratie zoo
uitdrukkelijk constateer, maar ik heb dat immers geschreven ook in mijn
"Grondslagen" ... neemt u het maar gerust op--ik sta er voor.... Ja
zeker, u hebt gelijk, de menschen die beweren dat het socialisme thans
wel een moraal heeft of dat _men_ in het algemeen een moraal heeft--die
weten werkelijk en wezenlijk niet wat behoefte aan moraal en wat het
moraalprobleem in het algemeen beteekent.
Nu vraagt u, wat het socialisme voor mij als kunstenaar dan nog voor
aanlokkelijks heeft. Ik begrijp wel dat gij van uw kant dat moet vragen.
Maar op het oogenblik is het socialisme toch het eenige houdbare
levens-systeem en ik vind: men moet het kind niet met het badwater
wegwerpen.
Ik heb in het leven het geluk gehad, nadat ik enkele omwegen bewandeld
had, dat ik gevoeld heb, welke zijwegen ik niet moest inslaan. Daarna
ben ik bevredigd geworden door het leven en mijn eigen levenstaak. Die
taak voel ik nog heel sterk als zijnde aan het begin. Ik voel dat het
nog maar het opbouwen van de basis is. Ik hoop dat dit in de toekomst
een basis zal blijken.
* * * * *
Heer van De Windroos, in u heb ik werkelijk, gedurende onze lange
wandelingen langs bosch en duin, "aller streken rust" aangetroffen.
Hoewel met "de massa" haar ideaal deelend, hebt ge tegenover het volk de
houding weten te bewaren, die, naar ik meen te weten, den dichter
betaamt: Voor geen enkel wind sluit ge uw huis en blijft toch als
gesloten, wetgevende persoonlijkheid tegenover "al het Andere"
staan,--iets wat niet al uw geestverwanten u nadoen....
Mijn vraag is nu deze: Zoudt ge nog naar ieder wind en elke verre kust
kunnen schouwen, en zou ook aller streken rust in u bezonken blijven,
indien ge onder de bet-wetende, verbitterde en behoeftige menschen
dagelijks moest strijden en werken?
BIBLIOGRAPHIE:
Een weg van Verzen (1900) [Uitverkocht]--Uit den Dool (1901)
[Uitverkocht]--Eerste Oogst (1912) [Bloemlezing uit "Een Weg van Verzen"
en "Uit den Dool"]--Van Zon en Zomer (1902)--Zwerversverzen
(1904)--Eenzame liedjes (1906)--Uit stilte en Strijd (1909).
_Levende steden_:
I. Londen. Een dramatisch gedicht (1903)--II. Dusseldorp of de
Ontmoetingen van Petrus Cordatus. Een satirisch-dramatisch gedicht
(1903)--III. Amsterdam. Een wijsgeerig leerdicht (1904).
De Grondsl
|