ik voelde in mijn ziel, dat ik het eigenlijke gevonden
had, waar het heele leven mij toe gedreven had. Mijn leven daar voor was
erg rumoerig geweest: een voortdurend zoeken en keeren, vol
kinderverdriet en jongensverdriet. Van dien tijd af is mijn
schrijversleven begonnen. Ik gaf mij heelemaal aan de poezie en raakte
uit de gewone wereld.
Ik zat lang buiten in de natuur en zocht de overeenstemming tusschen de
natuur--of mijn natuur, wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt--en mijn
nieuwe wereldbeschouwing. Die overeenstemming is in dien eersten bundel
dikwijls wel erg gezocht, wat ik bijv., ook bij Roland Holst heb
gevoeld, en dat werd een moeilijk ding. Er is een tweespalt die zij haar
heele leven is blijven voelen, en waar ik, geloof ik, misschien omdat ik
tot een jonger geslacht behoor of misschien wel omdat ik niet zoo
dweepend ben aangelegd als zij, overheen ben gegroeid. Die tweespalt is
het verdriet van haar leven geworden.... Misschien ben ik niet heelemaal
duidelijk geweest en het is goed dat ik dit duidelijk zeg: ik bedoel de
tweespalt tusschen de socialistische levensbeschouwing en de poezie....
De wereld is apres tout in zijn geheel iets grooter dan de
sociaal-democratie. Maar voor haar en Gorter is de sociaal-democratie de
roode lap gebleven in hun ziel, waar ze altijd min of meer dol van zijn
geworden, en dat, moet ik zeggen, is ze voor mij nooit geweest.
Je moet de sociaal-democratie een beetje kunnen zien als een strooming
van dezen tijd, niet als een verzameling van ijzeren dogma's, die voor
de eeuwigheid zijn en waarin je je zelf opsluit. Je moet toch een
verband houden met de oneindigheid!--al is dat een groot woord. Dat is
hun ramp geweest en heeft hen op den verkeerden weg gedreven. Ze willen
hun kunst opsluiten in die verzameling van dogma's--dien band van
dogma's willen ze om hun kunst slaan. Dat heeft mij van hen verwijderd.
Dat deed mij voelen dat ze een verkeerde richting insloegen, waar ik
persoonlijk hoe langer hoe scherper en hartstochtelijker tegenover ben
komen te staan. Dit werd althans voor mij persoonlijk het dilemma. Ik
kreeg de behoefte, mijn levensbeschouwing in overeenstemming te brengen
met mijn kunst, een vast geheel daarvan op te bouwen, waarop ik mijn
kunst kon vestigen. Ik geloof dat het mij ten goede is gekomen dat ik
van dien kant het socialisme ben genaderd, omdat het de meer natuurlijke
kant is. Ik wilde de tendenzen die uit mijn eigen ziel groeiden in
overeenstemming zien m
|