FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  
plagen, heel flauw ... Zijne moeder, zijne zusters wilden hem met gezag bedaren. Maar hij greep zijne boeken. --Het kan me niet schelen! Ik wil het niet hebben! Woedend, in een oogwenk, was hij weg, smijtend met de deur, die dreunde. Amelie beefde van zenuwachtigheid. --O, die jongen! siste zij trillend. Die Jules, die Jules ... --Het is niets! verontschuldigde Cecile zacht. Hij is wat prikkelbaar ... Zij was een beetje bleek geworden en zag naar hare jongens, naar Dolf en Christie, die, ontsteld, met open monden van verbazing, hadden opgekeken. --Is Jules stout, mama? vroeg Christie. Zij schudde, lichtjes glimlachend, van neen. Zij voelde zich heel vreemd te moede, onzegbaar vreemd. Zij wist niet wat dit was, maar het was haar of heel verre perspectieven voor hare oogen opengingen, met wegdeiningen van horizont, bleek, in heel veel licht. Zij wist ook niet wat dat was, maar ze was niet boos op Jules, en het scheen haar toe, dat hij niet zoo driftig had gesproken tegen haar, maar tegen een ander. Een gevoel van het raadselachtig diepe van het leven, en het onbewuste van het zielemysterie, zweem van licht heldere oneindigheid, ver zilver licht, schoot door haar heen als eene stille verrukking. Toen lachte zij. --Die Jules! sprak ze. Hij kan zoo aardig opgewonden zijn. Anna en Suzette, verlegen over de scene solden wat met de jongens, over de platen heen. Cecile sprak alleen tot Amelie. Maar deze sidderde nog in hare zenuwen. --Hoe kan je toch die kuren van Jules nog excuzeeren! sprak ze met eene stem, die hokte. --Ik vind het aardig, dat hij zoo de partij trekt van menschen, van wie hij houdt. Vindt je daar ook niet iets in? Amelie bedaarde. Waarom verstoord te zijn als Cecile het niet was? --In Jules? vroeg zij vaag. Ach, ja, jawel ... Ik weet het zoo niet. Hij heeft wel een goed hart, geloof ik, maar hij is zoo onhandelbaar. Maar ach ... het ligt misschien ook aan mij; als ik beter wist, als ik meer tact had ... Zij verwarde zich; zij zocht, zij vond niets meer, dwalende door haar eigen gedachten heen als eene vreemde. Toen zeide zij eensklaps, als in een straal van zekere kennis: --Maar Jules is niet dom. Hij heeft een goed oog op allerlei dingen, en ook op menschen. Ik voor mij geloof ook, dat je Taco Quaerts verkeerd ziet. Hij is een heel interessant mensch, en volstrekt niet zoo alleen maar een sportman. Ik weet niet wat er in hem is, maar er is iets in hem, iets anders dan in
PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  



Top keywords:
Amelie
 

Cecile

 

jongens

 
Christie
 
aardig
 
geloof
 

vreemd

 

menschen

 

alleen

 

excuzeeren


Quaerts
 
verkeerd
 

dingen

 

allerlei

 

partij

 

volstrekt

 

mensch

 

sportman

 

verlegen

 

anders


solden
 

platen

 

sidderde

 
Suzette
 

interessant

 
zenuwen
 
dwalende
 

verwarde

 

onhandelbaar

 

misschien


gedachten

 

straal

 
eensklaps
 
kennis
 

zekere

 
bedaarde
 

Waarom

 

vreemde

 

verstoord

 

raadselachtig


beetje

 

geworden

 
prikkelbaar
 

trillend

 
moeder
 
verontschuldigde
 

opgekeken

 

hadden

 
verbazing
 

ontsteld