rdrong,
maar zij drong het door en het was de eerste pijn, die haar om heure
liefde trof.
--U is toch wel lief, dat u niet boos op me is! begon hij.
In zijne stem klonk vaak iets vleiends; ze was niet helder en zelfs nu
en dan wat gebroken, maar dit gaf er juist eene bekoring van timbre aan.
--Waarom? vroeg ze.
--Ik ben ten eerste indiscreet geweest met mijn visite. Ten tweede ben
ik ongalant geweest op het diner van mevrouw Hoze.
--Een heel zondenregister! lachte zij.
--Zeker! ging hij voort, en u is wel goed dit alles niet kwalijk te
nemen.
--Misschien heb ik dat niet gedaan omdat ik altijd zooveel goeds van u
hoor bij Dolf.
--Heeft u nooit iets vreemds in Dolf gezien? vroeg hij.
--Neen, wat dan?
--Heeft het u nooit gefrappeerd, dat hij meer oog heeft voor de groote
ensembles van politieke vraagstukken, dan voor de details van zijn eigen
omgeving?
Zij zag hem aan, glimlachend verbaasd.
--Ja, zeide zij. Dat merkt u juist op. U kent hem goed.
--O, we kennen elkaar al lang, van jongens af. Het is curieus: hij ziet
nooit de dingen, die vlak bij hem liggen; hij doordringt ze niet. Hij is
intellectueel verziende.
--Ja, beaamde zij.
--Hij kent zijn vrouw niet, zijn dochters niet en Jules niet. Hij
begrijpt niet wat er in ze is. Hij maakt zich van ieder vaste beeldjes
en zet die in zijn geest vast, en die beeldjes vormt hij naar twee
karaktertrekken, die vooruitspringen en elkaar wat opbouwen en afbreken.
Mevrouw Van Attema schijnt hem een coeur d'or, maar onpractisch: en
daarmee uit. Jules: een muzikaal genie, maar een onhandelbare jongen:
uit.
--Ja, hij denkt niet ver na over karakters, zeide zij. Want er is nog
veel meer in Amelie ...
--En Jules heeft hij heelemaal mis! meende Quaerts. Jules is zeer
handelbaar en niets geniaal. Jules is niets dan aanhankelijkheid met wat
rudimentair talent. En u, ... u heeft hij ook mis!
--Mij?
--Geheel en al! Weet u hoe hij u vindt?
--Neen.
--Hij vindt u,--laat me dit vooraf zeggen,--zeer, zeer sympathiek en een
lief mama-tje voor haar jongens. Maar hij meent verder, dat u onbekwaam
is heel veel van iemand te houden; hij vindt u een vrouw zonder passie
en melancholiek zonder reden, alleen uit wat verveling. Hij denkt, dat u
zich verveelt!
Zij zag hem geheel en al ontsteld aan, en ze zag hem ondeugend lachen.
--Ik verveel me nooit! sprak ze, ook lachend en met volle overtuiging.
--Neen, natuurlijk niet! antwoordde hij.
--Hoe weet
|