FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  
in de andere villa was stil geworden. En het Geluk trok als een sluier tusschen zijne ziel en de wereld daarbuiten: den tuin met zijn aanleg van paden en perken; de villa met gordijnen aan vensters en ijzeren hek; den weg daarachter met geknars van rijtuigen en van trams. Ver trok zich dat alles terug, het geheele leven der gewoonheid trok zich ver van hem terug, het waasde weg achter den sluier, het stierf af. En het was hem geen gedroom of verzinsel; de werkelijkheid was hem het Geluk, dat gekomen was, terwijl de wereld afstierf; het Geluk, dat ijl was, niet te zien en niet aan te raken, gekomen als het was uit de Liefde, die alleen is sympathie, in kalmte en zonder hartstocht, de Liefde, die louter is en slechts is om zichzelve, zonder bijgedachte van iets te nemen, zelfs niet van iets te geven, de liefde der goden, die is de ziel der Liefde zelve. Hoog voelde hij zich: de gelijke der illuzie, die hij zag in haar, die ze wezen wilde om hem, die hij nu ook zien bleef in haar, zonder twijfel. Want hij kon niet weten, dat wat hem zoo het Geluk gaf--zijne illuzie,--zoo volkomen en zoo kristalhelder, iets van leed zou zijn voor haar; hij kon op dit oogenblik zonder zonde niet doordringen in de waarheid der wet, die wil het evenwicht, die wegneemt aan de eene wat zij den andere biedt en die het Geluk geeft met het Leed samen; hij kon niet weten, dat zoo het Geluk was aan hem, aan haar was de smart, de smart, dat ze zich moest voordoen en hem bedriegen om hem; de smart, dat zij het aardsche wilde, dat zij het aardsche miste, dat zij smachtte naar het aardsche...! En nog minder kon hij weten, dat niettegenstaande dit alles, toch deze wellust was in hare smart: te lijden door hem, te lijden voor hem, kon hij weten, dat geheel hare smart wellust was. II. Het werd donker, laat, en zij zaten er nog, toen ze vroeg: --Willen we wat wandelen? Hij aarzelde, glimlachend, maar zij vroeg nog eens: --Waarom niet, als je wilt? En hij kon niet meer weigeren. Zij stonden op, zij gingen langs den achterkant van het huis, en Cecile vroeg aan de meid, die ze bij de deur der keuken zag zitten naaien: --Greta, haal even mijn kleinen zwarten hoed, mijn zwarte fichu en een paar handschoenen. De meid stond op en ging het huis in. Cecile merkte hoe een beetje verlegenheid zich sterker uitteekende in Quaerts' geweifel terwijl zij nu wat dralend wachteden tusschen de bloemenperken. Zij glimlachte, plukte eene roos, die ze
PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  



Top keywords:
zonder
 

Liefde

 

aardsche

 
illuzie
 
Cecile
 
wereld
 

terwijl

 

gekomen

 

andere

 

tusschen


lijden
 
wellust
 

sluier

 

glimlachend

 

wandelen

 

aarzelde

 

niettegenstaande

 

minder

 

smachtte

 

geheel


Willen
 

donker

 

merkte

 
beetje
 

handschoenen

 
verlegenheid
 
sterker
 

bloemenperken

 

glimlachte

 

plukte


wachteden

 

dralend

 
uitteekende
 
Quaerts
 

geweifel

 
zwarte
 

stonden

 

gingen

 

achterkant

 

weigeren


Waarom

 

kleinen

 
zwarten
 

keuken

 
zitten
 
naaien
 

waarheid

 

verzinsel

 
werkelijkheid
 

afstierf