FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  
e gedachte u nooit weer terug te zullen mogen zien? En vooral: vergeeft u mij, als ik u zweer, dat ik zoo doe, omdat ik denk goed te doen? O, ik ben u dankbaar, en ik heb u lief als een ziel van licht alleen, alleen licht! "Misschien doe ik niet goed u dezen brief te zenden. Ik weet het niet. Misschien verscheur ik deze woorden straks ..." Maar hij had haar den brief gezonden. Er was veel bitterheid in haar. Zij had eens gestreden, zich overwonnen en, in een heilig oogenblik dien strijd en die overwinning gebiecht: zij wist, dat zij dit noodlottig had moeten doen; zij wist nu, wat zij door die biecht verliezen zou. Een kort oogenblik slechts, een enkelen avond misschien, was zij haren god waardig en gelijk geweest. Nu was zij dat niet meer; ook daarom was zij bitter. En het bitterst was zij, omdat de gedachte in haar dorst oprijzen: --Een god! Is hij een god? Vreest een god voor strijd? Toen werd hare driedubbele bitterheid tot wanhoop, de zwarte wanhoop, de nacht, waardoor hare oogen zochten te dringen om iets te zien, waarin zij niets zagen, niets, en zij kermde zacht, en wrong hare handen, ineengezonken voor het venster en turende naar de trammen, die, onbarmhartig, met hun gerinkel van bellen, reden, heen en weer. III. Zij sloot zich op; zij zag hare kinderen niet veel; aan hare kennissen zeide zij, dat zij ziek was. Voor bezoeken gaf zij belet. Uit intuitie ried zij, dat men in hunne kringen sprak over haar en Quaerts. Het leven was dof om haar heen: een dicht ineengeweven net van lastige, vervelende mazen en zij bleef als roerloos in heur hoekje om zich niet in die mazen te behoeven verwarren. Eens drong Jules tot haar door; hij ging, niettegenstaande Greta hem weerhouden wilde, naar boven; hij zocht haar in het boudoirtje, vond haar niet en ging beslist naar hare slaapkamer. Hij klopte maar kreeg geen antwoord en trad toch binnen. De kamer was half duister door de dicht gehouden stores; in de schaduw van den baldakijn, die over het ledekant oprees met draperieen van een oud-blauw brokaat, lag Cecile te slapen. Haar peignoir was open op de borst, de sleep slierde van het bed af, verkreukeld over het tapijt; over het kussen lagen heure haren; hare eene hand hield zich krampachtig in de tulle ondergordijnen vast. --Tante! riep Jules, tante! Hij schudde haar even bij den arm en zij werd loom wakker, met zware, blauw omcirkelde oogen. Zij herkende hem niet dadelijk en dacht, dat hij kleine
PREV.   NEXT  
|<   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  



Top keywords:
wanhoop
 

oogenblik

 

strijd

 
bitterheid
 
alleen
 
gedachte
 

Misschien

 

beslist

 

boudoirtje

 

slaapkamer


klopte
 
verwarren
 

ineengeweven

 

Quaerts

 

kringen

 

lastige

 

vervelende

 

niettegenstaande

 

antwoord

 

behoeven


roerloos
 

hoekje

 

weerhouden

 
krampachtig
 

ondergordijnen

 
kussen
 
tapijt
 

herkende

 

omcirkelde

 

dadelijk


kleine

 

wakker

 
schudde
 
verkreukeld
 

schaduw

 
stores
 

baldakijn

 

ledekant

 

oprees

 

gehouden


duister

 

binnen

 
draperieen
 

slierde

 
peignoir
 
brokaat
 

Cecile

 

slapen

 
heilig
 

overwinning