FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  
_u_ dat! vroeg ze. --Dat voel ik, hernam hij. En ik voel nog meer. Ik weet ook, dat het fond van uw karakter niet melancholiek is, niet donker, maar heel licht. --Dat weet ik zelf zoo niet! murmelde zij bijna, loom, met die zwakte in haar, gelukkig, dat hij haar zoo doorzag. En, ging zij, heel luchtigjes, voort, zou u ook gelooven, dat ik niet in staat ben veel van iemand te houden? --Dat is nu iets, dat _ik_ niet weet! zeide hij, met zooveel oprechtheid, dat zijn geheele gelaat zich in eens verjeugdigde en de groef van zijn voorhoofd weg was. Dat weet _ik_ niet. --U weet anders wel veel van me! schertste zij. --Ik heb u al zoo dikwijls gezien. --Nauwlijks vier maal! --Dat is heel veel! Zij lachte helder. --Is dat nu galant? vroeg ze vroolijk. --Het is zoo bedoeld, sprak hij terug. U weet niet hoeveel het voor me is, als ik u zie. Het was veel voor hem haar te zien! En zij voelde zichzelve zoo klein, zoo weinig, en hem zoo groot, zoo veel. Wat sprak hij beslist, wat wist hij dat alles zeker! Ze was er bijna treurig om, dat hij zooveel vond in eene enkele maal haar te zien. Hij stelde haar te hoog; zij wenschte niet zoo hoog gesteld te worden. En dat teeder-broze hing weer tusschen hen, zooals het aan het diner tusschen hen gehangen had. Daar was het gebroken door een ongelukkig woord, o, dat het nu toch niet zou breken! --Laten we nu eens over _u_ spreken! zeide zij met eene aangenomen luchtigheid. Weet u wel, dat u alle moeite doet mij te doorgronden, en dat ik niets weet van u! Dat is niet eerlijk. --Als u wist, hoeveel ik u al gegeven heb. Ik geef me u geheel en al: voor anderen verberg ik me altijd. --Waarom? --Omdat ik bang voor die anderen ben! --_U_ bang? --Zeker. U vindt, dat ik er niet naar uit zie om bang te zijn? Ik bezit iets ... Hij aarzelde. --Nu? vroeg ze. --Ik bezit iets, dat me heel dierbaar is en waarvoor ik heel bang ben, dat de menschen het zullen aanraken. --En wat is dat? --Mijn ziel. En ik ben niet bang, dat u dat zal aanraken want u zal het geen pijn doen. Integendeel: het voelt zich juist heel veilig bij u. Ze had hem weer, werktuigelijk, zijne vreemdheid willen verwijten: zij kon niet. Maar hij ried hare gedachte. --U vindt me een heel zonderling mensch, niet waar? Ik kan niet anders zijn tegenover u! Zij voelde hare liefde zich in haar hart als uitspannen, het als verwijden tot alomwijdte in haar. Haar liefde was als eene ruimte,
PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  



Top keywords:
hoeveel
 

anders

 

anderen

 
aanraken
 
liefde
 
tusschen
 

voelde

 

zooveel

 

luchtigheid

 

aarzelde


aangenomen
 
menschen
 

zullen

 

spreken

 

waarvoor

 

dierbaar

 

altijd

 

doorgronden

 

eerlijk

 

moeite


gegeven
 

verberg

 

karakter

 
geheel
 

Waarom

 
zonderling
 
mensch
 

gedachte

 

hernam

 

tegenover


alomwijdte

 

ruimte

 
verwijden
 
uitspannen
 

verwijten

 
Integendeel
 

vreemdheid

 

willen

 

werktuigelijk

 

veilig


gelooven

 

luchtigjes

 
iemand
 

houden

 
zichzelve
 
beslist
 

doorzag

 

weinig

 
bedoeld
 

vroolijk