gevoeld. Zij, die hier
tijdelijk--doorgaans zeer tijdelijk!--de macht in handen hebben,
doen geen pogingen om door zeker prestige te verblinden. En zoo zij
het deden, zou de spottende, alles nivelleerende zin van het volk
hen spoedig alle lust voor dergelijke proefnemingen benemen. Ieder,
die wil, treedt onaangemeld bij den minister binnen, neemt een stoel,
en brengt met groote woordenrijkheid en op den meest gemeenzamen toon
zijne klacht of zijn verzoek te berde. De minister luistert, spreekt
met hem als met zijn gelijke, en belooft dat hij alles zal doen wat in
zijn vermogen is om den man te helpen. Zeker is de hoop, om een kiezer
of een die het worden kan voor zich te winnen, aan deze handelwijze
niet geheel vreemd; maar nog veel meer moet men hier denken aan de
traditioneele gewoonten van het Oosten, waar tusschen de verschillende
standen, in den dagelijkschen omgang, de meest mogelijke gelijkheid
heerscht. Trouwens, dit was ook bij ons vroeger het geval, ondanks het
groot verschil van stand, in maatschappelijken en politieken zin; en
niets is oppervlakkiger en onjuister, dan te meenen dat de opheffing
van dit verschil, de politieke en sociale gelijkmaking van allen,
de ware toenadering, den waren geest van gelijkheid en broederschap
tusschen de verschillende standen zal bevorderen: veeleer is het
tegendeel waar.
Nog maar weinige jaren geleden, moest, wie een tochtje door het
binnenland wilde ondernemen, dit te paard doen, en zich daarbij van
het noodige voorzien. Dit is thans niet meer noodig: wij verlaten
Athene, gezeten in een kales. Dit is misschien minder schilderachtig,
maar zeker gemakkelijker. Echter brengen de straatwegen u in
Griekenland niet ver; reeds te Thebe, dat slechts tien uren van
Athene verwijderd is, zullen wij voor het overige van de reis paarden
moeten nemen. Onze gids heeft wel eenige gelijkenis met Quasimodo;
hij draagt een lichtkleurige jas en een slappen hoed; hij haspelt,
op onverstaanbare manier, twee of drie talen dooreen, waaronder wij nu
en dan eenige woorden fransch kunnen onderscheiden. Door eene wreede
spotternij van het lot voert hij den naam van Perikles.
Het was ruim vier uren in den morgen, toen wij het hotel
verlieten. Achter den berg Hymettus voorspelde een zachte rozengloed
aan den hemel de nadering van den dageraad. Enkele kleine koffiehuizen
waren reeds geopend; en de aromatische geur van de mokka, vermengd
met den doordringenden reuk van de oostersche tabak, verkondigd
|