-karnhond, die van haar liefkoozende wenken geen notitie nam;
en eindelijk kwamen zij, door Cordula voor het avondmaal geroepen,
langs achter weer in huis, waar Standje haar haastig de bloeiende
appelboomtakjes uit de hand nam, onder voorwendsel dat ze dadelijk in
't water en den ganschen nacht op een koele plek dienden te staan...
Zij aten in de schemering der ouderwetsche, ruime keuken, waar veel
blinkend tin en koper hing omheen de gele wanden, onder de
zwartgerookte zolderbalken, de drie broers en het jong nichtje om een
laag groen tafeltje, zijlings van den haard. Er waren gekookte
eieren, hoofdkaas en gerookte worst, met tarweboterhammen en bier.
Zuster was per slot van rekening niet schriel geweest, zij had
fatsoenlijk haar eer "gekoaveld" en de drie broeders waren zeer
tevreden. Cordula zelve at niet mee aan tafel. Zij hield meer,
beweerde zij, van een bord karnemelkpap en aardappelen met
kaantjessaus, zooals de dienstboden straks zouden krijgen. Intusschen
ging zij af en toe weer met de hand onder haar schort en
haalde daar iets uit, dat zij met stil genoegen onder het heen en
weer loopen opknabbelde. Die lekkere "seekelou" van Leontientje
scheen toch al heel wat in haar stugge binnenste vermurwd te hebben.
Intusschen, onder het eten, praatten de ooms en het nichtje over
Leontientje's leven in Parijs. Zij vertelde hun dat haar vader nog
steeds werkzaam was in een groot pakhuis, waar hij reeds meer dan
twintig jaar zijn betrekking had en dat zij het huishouden deed en
ook nog wel thuis, in haar vrije uren, voor een grooten corset-winkel
werkte.
--Zeu, zeu, veur ne corse-wijnkel nog al!" zei Standje, met een
ietwat ondeugende belangstelling in zijn schitterlachende oogen.
--Ba joa, ba joa, ne luxe-artikel, e-woar? Hier, op den buiten,
'n he 't vreiwevolk da nie veele neudig," meende Belzemien.
Coben schudde 't hoofd en bewoog even, zenuwachtig, zijn sidderende
handen, als wilde hij beduiden dat hij daar niet veel verstand van
had.
--En veur de lingerie-wijnkel wirk ik euk almets," vertelde
Leontientje verder. "O! scheune dijngen, zille! Scheun fijn
ondergoed veur rijke damen, hoast allemoal mee dieren entre-deux en
kant. 'K he passeerde week 'n pakske noar huis gedregen, ge kost het
azeu aan oue kleine vinger droagen en d'r zat veur over de zeven
honder fran in."
--Ba zeu! ba zeu! Ha, da es toch 'n dijngen, e-woar!" riepen alle
drie de ooms verwonderd uit.
--Ha, da es zottigheid! viel Cordula b
|