at geheel buiten mij om. Absoluut. Daarvoor ben ik veel te sterk
individualist. Ik sta alleen op de wereld. Ik begrijp niet wat bedoeld
wordt met gemeenschaps-kunst. Wat is gemeenschaps-kunst.... Ik meen dat
alles onbewust moet gebeuren en dat de gemeenschap naar de kunst moet
komen, aangetrokken door wat wel aardig is en wat zij mee kan voelen. Ik
kan mij niet voorstellen een gemeenschaps-kunst, een soort
vooropgestelde kunst om de gemeenschap te behagen of ten nutte te
zijn.... Ik weet het niet, ik kom er niet bij. Ik ben bang, dat het
dikwijls heel minderwaardige kunst zou zijn op die manier....
Nu zult u mij natuurlijk herinneren aan sommige van mijn tooneelstukken
en aan mijn relaties met de socialisten. Och, ik beschouw die menschen
als veel meer ontwikkeld dan de burgerij hier. Zij staan er bepaald ver
boven, wat intellectueele ontwikkeling betreft. En daardoor hebben zij
meer mijn sympathie gehad dan de anderen. Maar denkt u er om dat ik
heelemaal buiten de politiek sta en dat ik geen actief deel neem in geen
enkele partij. Ik ben zelfs geen kiezer, ik ga nooit naar de
verkiezingen. Het is toevallig, dat mijn kunst beter begrepen wordt door
de socialisten en beter in hun geest kwam. U zult zeggen "Het gezin van
Paemel" is een socialistisch stuk, de socialisten spelen het voortdurend
en spelen het goed, maar ik verzeker u dat het toevallig is en het zou
net zoo goed kunnen gebeuren dat ik een stuk schreef dat
anti-socialistisch was. Maar aangezien de mindere klassen menschen zijn
die veel onrecht wordt gedaan in de maatschappij, voel ik mij daartoe
meer aangetrokken. Er is veel meer van te zeggen dan van de andere
standen, die bevoordeeligd zijn door de maatschappelijke verhoudingen.
Ik ken de geheele opkomst van de Gentsche socialisten, hun economischen
en socialen strijd, en ik vind het bewonderenswaardig, ik kan het niet
helpen. Iederen keer dat ik voor "Vooruit" kom, bewonder ik wat zij
gedaan hebben en hoe die menschen zich trots alles ontwikkeld hebben.
Als de proletarische kunst goed is, dan vind ik ze goed. Maar ik vind ze
wel eens leelijk. In de tooneelzaal van de socialisten te Gent hangen
schilderijen, symbolische voorstellingen van kapitaal en arbeid, die ik
niet kan bewonderen. Is dat gemeenschapskunst, dan zou ik zeggen: ik zie
liever salonkunst als het mooi is. Roland Holst en Gorter zijn twee echt
mooie artiesten, die ook zonder hun richting heel mooie dingen maken. Ik
ben overtuigd, dat zij het
|