raak dat het naturalisme dood is?
--Waarom zou het dood zijn? Er is niets dood. Het heeft zijn tijd gehad.
Maar wie belet iemand met groot talent een heel mooi naturalistisch boek
te schrijven? Laten zij het maar probeeren als zij kunnen. Wat hebben
wij al nieuwe modes gezien in de literatuur. Waar is nu de mode van het
symbolisme en het mysticisme? In sommige landen is het nog een beetje
gaande, maar bijna overal heeft het afgedaan. Ik hecht niets aan al die
dingen, absoluut niets.... O neen, ik geef mij geen rekenschap.... Zegt
u maar gerust, dat alles bij mij direct gebeurt, spontaan en intuitief,
dat ik niet weet te zeggen waarom of hoe. Ja, de Hollanders zitten
altijd met hun deductievermogen bezig en vragen altijd hoe het gekomen
is en waarom het gebeurd is, maar ik weet het heusch niet. Ik geloof dat
ik daarvoor te eenvoudig, te gezond in mijn natuur sta, om mij daarom
bezorgd te maken.
--Dus dan heeft u geen bepaalde voorliefde voor een of andere richting?
--Als ik een mooi schilderij zie of een mooi boek lees, dan denk ik niet
aan de richting. Dan kan het mij ook heelemaal niet schelen van welke
richting of het is. Bijvoorbeeld: hoever sta ik niet af van een man als
Maeterlinck? En toch bewonder ik zijn werken meestal enorm.
--Ik kom nu aan de verhouding tusschen kunstenaar en maatschappij. Heeft
volgens u de schrijver een taak ten opzichte van de gemeenschap, moet
hij bijv. de menschen iets leeren...?
--Ik wil niets leeren aan de menschen. Ik schrijf eenvoudig omdat ik
niet anders kan. Ik zou heel ongelukkig zijn als ik niet kon schrijven.
En waarom publiceer ik? Omdat hier en daar toch wel iemand is die met je
meevoelt. Ik ken slechts de behoefte om wat ik sterk voel mee te deelen.
Als je voor een mooi tafreel staat, dan heb je een kreet, dan zeg je:
wat is dat mooi! En wanneer je als schrijver iets ziet dat mooi is, dan
werk je het uit en geeft het aan de menschen te zien.
Ik heb niet een van mijn werken herlezen. Ik zou het niet kunnen.
Eenmaal als het geschreven en gedrukt is, is het absoluut dood. Het gaat
zoover, dat ik heelemaal niet meer weet wat in mijn vorige werken
gebeurd is. Een boek dat eenmaal geschreven is, is een ding dat gebloeid
heeft en daarna is dood gegaan, een vrucht. Ik heb nooit het publiek
voor oogen als ik iets doe. Ik ken mijn publiek niet. Wie leest mijn
boeken? Ik weet het niet.
--Met andere woorden: voor het streven naar gemeenschaps-kunst voelt u
niets.
--Dat ga
|