gebeurd zijn--ik zit hier midden in mijn onderwerpen--maar zonder de
bedoeling om met het schrijven iets te bereiken. Ik geloof, dat op mij
wel toepasselijk is de formule van "l'art pour l'art". De menschen
hebben er wel eens politieke bedoelingen in gezien. Een ding is waar, ik
ben heelemaal niet een vriend van de clericalen. Die hebben telkens veel
aan mijn werk af te keuren gehad en van hen heb ik een geweldige
tegenkanting ondervonden. Ik ben voor mijn globale werken in den ban
geslagen. Mijn naam is om zoo te zeggen in den ban.
--Hoe komt het, dat gij u bijna altijd bezighoudt met die
plattelandsmenschen?
--Ten eerste omdat ik die het best ken. Ik ben een buitenmensch. Ik ben
heelemaal wat men kan noemen "un terrien", een man van den grond. Wat
buiten gebeurt interesseert mij doorgaans meer dan wat in de stad
gebeurt. Ik ben heelemaal geen stadsmensch. Ik kom alleen in de stad om
sigaren te koopen of om mijn automobiel in orde te laten maken. Het is
heel eigenaardig, ik denk bijna nooit aan de stad. Ik heb wel sommige
dingen geschreven die gedeeltelijk in de stad plaats hebben, maar
meestal komt er dan nog heel veel buitenleven bij. Ik voel mij absoluut
als uit den grond gegroeid. Ik word heelemaal niet aangetrokken door het
moderne leven in de stad. Dat lijkt mij dikwijls ziekelijk, en ik voel
veel voor het gezonde.
--Maar is dan in het algemeen de schrijver niet een mensch met
niet-gezonde zenuwen, zooals men het wel eens heeft geformuleerd?
--Neen, dat vind ik niet. Ik geloof meer aan het "mens sana in corpore
sano",--altijd wat mij betreft. U kunt mij beschouwen als een geweldig
individualist. Ik sluit mij heel moeilijk aan bij een ander. Ik ben wel
lid van enkele vereenigingen, maar ik kom er nooit. Ik sta in alle
opzichten heelemaal alleen.
--Dus u gelooft niet aan de uitspraak: hoe zieker zenuwen, hoe beter
kunst?
--Neen, voor mij is dat absoluut niet zoo. Je kunt wel heel goed en
scherp voelen en toch een heel gezond mensch zijn. Ik heb nooit de
behoefte gevoeld mij ziek te maken om te werken. Vroeger kon ik alleen
's ochtends werken, maar nu kan ik een beetje werken wanneer ik wil.
Dat gaat mij nu gemakkelijker af dan in het begin.
Ik ben op het oogenblik bezig met een nogal eigenaardig boekje. Ik noem
het "mijn zomerdagboek". Het zijn korte noteeringen van elken dag van
mijn leven hier in de natuur. Van wat ik zie en gevoel. Allerlei kleine
dingetjes dikwijls. Zeer afgewisseld. Een innig do
|