oodat ik op zijn tafel kon
schrijven, en keek met gefronsde wenkbrauwen over me heen toen ik met
mijn vragen aankwam. Het: "Ge zult niets uit 'm krijgen!", dat enkele
uren te voren een artiest mij had toegevoegd, spookte mij door het
hoofd.
"Ik ben de zoon van een fabrikant,"--begon hij--en wachtte: Als u 't
hebt opgeschreven, waarschuwt u me wel. Dat was een grappige vergissing.
Ik beduidde hem, dat hij zich aan mij niet moest storen en toen ging het
vlot. Hij zette zijn gewone joviale gezicht en vertelde:
--Ik ben de zoon van een fabrikant. Mijn vader had een fabriek een paar
uur hier vandaan, en het idee was, dat ik hem op zou volgen als
industrieel. Toen ik een jaar of vierentwintig was, werd ik voor zaken
naar Amerika gestuurd, met het idee om daar misschien wel enkele jaren
te blijven. Daar had ik vreeselijk te lijden van heimwee. Ik kon er
absoluut niet wennen en ik geloof dat werkelijk door het lijden van het
heimwee ik ben gaan zoeken: wat zal ik doen, ik moet iets anders doen.
En toen ben ik voor eigen pleizier een dingetje begonnen te schrijven,
iets van niemendal, het heette "Guustje en Zieneken", een
boerenverhaaltje. Dat liet ik lezen aan mijne tante, Virginie Loveling,
een zuster van mijne moeder. Die vond er iets in en zeide mij: met een
klein beetje er aan te veranderen kan het gepubliceerd worden, en ik zou
u aanraden om door te werken. Dat werd gepubliceerd in "Het Nederlandsch
Museum", dat toen in Gent werd uitgegeven, en verscheen daarna als een
afzonderlijk boekje. En van dat oogenblik af ben ik doorgegaan bijna
zonder onderbreking. Mijn eerste werk van beteekenis was "De
Biezenstekker", een groote novelle, die verscheen in "De Nieuwe Gids".
Heel kort daarna kwam "Het Recht van den Sterkste". Ik geloof, dat ik
daardoor in Holland bekend ben geworden. Wat zal ik u verder zeggen? de
lijst van mijn werken is heel lang, er zijn er in de twintig, ieder jaar
is er een nieuw boek geweest.
Ik heb ook voor het tooneel gewerkt, een stuk uit den boerenstand "Het
Gezin van Paemel", dan nog een ander stuk, getrokken uit "De
Biezenstekker", "Driekoningenavond"; verder "Maria", getrokken uit Het
"Recht van den Sterkste"; en verder "Een sociale Misdaad", getrokken uit
een novelle van Wildstroopers.
Een bedoeling heb ik met mijn werken nooit gehad. Ik geloof werkelijk,
dat er bij mij heel weinig achter zit. U moet mijn werk nemen zooals het
is, zonder bijbedoeling. Wel getrokken uit dingen die om mij heen
|