erslaggever doende is, die met vaardig stift meeningen en
opmerkingen, al interviewend, genoteerd heeft en deze nu kalmweg met wat
draperie er om heen zijn ietwat gehaaste lezers voorzet. Ik ken de
oorzaken van deze schromelijke vergissing en zal haar verder niet
aanvechten. Liever gedenk ik hier een vriendelijk lezer, die mij een
exemplaar van dit boekje voorlegde, doorspekt met cijfertjes en
verwijzingen, en mij toonde hoe hij iederen uitspraak van den eenen
schrijver (zelfs uitspraken die aanvankelijk van weinig beteekenis
schenen) had getoetst aan overeenkomstige gedachten van alle anderen.
Wie zijn inzicht wil verrijken in de mate welke dit bescheiden boekje
geven kan, hij volge dit voorbeeld! Hij zal zien dat hij hier te doen
heeft met een geheel, dat door talrijke vezeltjes wordt
saamgehouden,--ook al heb ik mij beijverd, ieder onderdeel
zelfstandig te laten.
Bijna zonder uitzondering hebben de hier sprekend voorgestelde
schrijvers mij, ongevraagd, hun instemming met mijn schetsjes (die zij
uit handschrift of drukproef kenden) doen blijken. Behalve Netscher (die
alles aan mij overliet) hebben allen mij raad en voorlichting gegeven,
waar ik in woordkeus of in nuanceering van een bepaald standpunt soms
twijfelde. De ter zake kundige lezer weet hoe een klein woordje te onpas
aangebracht of weggelaten een heelen zin dood kan maken of ... laten;
hij zal dan ook de waarde van deze hulp ten volle kunnen waardeeren en
ook de mate van mijn erkentelijkheid.
Ik ben gelukkig met de sympathie, die de in dit boekje begonnen taak
bij onze geestelijke leiders heeft gevonden; aan deze sympathie heb ik
het zeker voor een deel te danken, dat deze grooten mij--leerling--zoo
uitvoerig te woord hebben willen staan.
Heb ik--ten slotte--gevonden wat ik eigenlijk zocht? De vraag
beantwoordt zichzelf. Indien alles precies zoo ware ingericht als ik
persoonlijk het wenschte, (daar schrijvers deze eigenaardigheid hebben,
dat ze hun meening ... niet voor zich houden, ware dit mij zeker niet
verborgen gebleven)--dan hadd' ik met mijn onderzoekingstocht nooit een
begin gemaakt. In hoeverre het geestelijk leven van onze natie aan mijn
schema beantwoord, de lezer beoordeele dit voorloopig zelf. Aan het slot
van een eerlang te verschijnen vervolg, dat een latere schrijvers-
"generatie" zal behandelen en dat ook een synthese van het
geheel zal bevatten, hoop ik mijn meening hierover duidelijk te zeggen.
Doch reeds nu vinde hier de verzekering
|