zoo erg vrij was geweest in mijn
manier van schrijven, in de keuze van de onderwerpen, die ik
gedetailleerd beschreef? Niet? Louter en alleen om de theorie te
demonstreeren. Ik was nog in mijn prille jeugd, toen ik daarmee begon.
En precies om die reden viel het mij wel gemakkelijk, afstand te doen
van sommige passages, die ik, letterkundig gesproken, fout vond.
Mijn liefde voor Zola bleef natuurlijk, hoewel de vurige bewondering
zich langzamerhand had omgezet in hoogachting.
Mijn roman "De Kleine Republiek" is van niet veel later. Hij werd
geschreven in 1888 en mijn bedoeling was toen nog altijd dezelfde
gebleven: het impressionisme te brengen in de literatuur. Het groote
verschil met "Een Liefde" zit hem wel hierin, geloof ik, dat er in mijn
tweede boek minder hoogten en laagten voorkomen. Het is meer egaal
gebleven. Voor wie houdt van hooge, vurige opwellingen, voor die is "Een
Liefde" weer aardiger. Maar in "De Kleine Republiek" is het evenwicht
meer bereikt, zou ik zeggen.
L'ART POUR L'ART.
Ik heb altijd willen geven: de kunst om de kunst zelf. Dat is naar mijn
meening ook wat een componist, een schilder, een beeldhouwer bedoelt met
zijn werk. Ik heb mij altijd beschouwd als geboren proza-schrijver, en
voor het maken van verzen, zelfs van vrije verzen, heb ik nooit veel
gevoeld. Toch geloof ik zeker, dat sommige kunstenaars zich beter
uitdrukken in vormen, die al bestaan ... Ik kan dat het best vergelijken
met dansen. Op enkele uitzonderingen na, bestaan de gebruikelijke dansen
al. En iemand, waarvan men in het algemeen zegt, dat hij mooi danst, is
iemand, die bestaande dansen uitmuntend uitvoert.
VAN DEYSSEL GEZELLIG.
"Mag ik u nog een kopje thee inschenken? Dit is zeker uw kopje? Wat?
hebt u nog geen thee gehad? Heb ik vergeten u te geven? Och, wat
spijt me dat."
--"Ik zou van deze gelegenheid om u te onderbreken wel graag gebruik
maken om u een paar vragen te stellen. Hebt u wel eens moeite gehad met
uitgevers? Moeite in den ruimsten zin des woords?"
"Jawel. Met mijn eerste boek niet. Dat was, zooals ik u al zei, direct
geplaatst. Dat kwam door mijn bekendheid. Niet doordat de uitgever het
erg eens was met mijn richting in de literatuur. De man dacht: "Hij is
bekend, en hij zal dus wel goed van de hand gaan."
"Maar met mijn tweede boek heb ik een verschrikkelijke
lijdensgeschiedenis beleefd. Ik weet niet meer, wie mij dien raad
gegeven heeft, maar ik ben er mee gegaan naar ee
|