tje. "Ben je mal, kerel? Ze lachen je uit!"
Van Eeden natuurlijk ten einde raad, en het slot was dat hij mijn
gekleede-jas zoolang aan kreeg. Nu ageerden wij in dien tijd nog tegen
"het servetje" en als ik een spreker te pakken kon krijgen, dan stookte
ik hem altijd op om niet mee te soupeeren. Maar 't gekke was, dat Van
Eeden erg hield van lekker eten en na afloop had-ie zoo'n trek, dat-ie
toch wou gaan. "Ho jonge", zei ik, "da's niet afgesproken. Wil jij zware
biefstukke nuttigen, ga dan je gang. Maar dan ook op staande voet mijn
gekleede-jas terug!"
AUTEURSVERDRIET.
Met mijn tweeden bundel, "Menschen om ons" heb ik een naar avontuur
beleefd. Kort na de verschijning ging de uitgever failliet. Voor de
"Witte" in den Haag stonden ze met zoo'n open handwagentje te venten.
Een kwartje een heel boek. Het is dan ook nooit herdrukt. Jammer,
sommige van mijn beste dingen stonden er in.
Dan heb ik nog geschreven een brochure tegen Van der Goes. Die had Ten
Brink aangevallen en ik betoogde dat er in Ten Brink, bij al zijn
fouten, veel was dat ik kon waardeeren, dat hij in veel zaken onze
voorganger was.
NETSCHER TE PARYS.
U moet weten dat ik stam uit een oude ambtenaars-famieje en dat mijn
vader resident is geweest in Indie. Nu, mijn moeder werd hier ongesteld
en moest voor haar gezondheid terug, naar Indie, he? Ik heb haar
weggebracht over Parijs en toen ik daar eenmaal was, heb ik geprofiteerd
van de gelegenheid om kennis te maken met de naturalistische beweging,
en o.a. met Zola, daar ik jarenlang mee had gecorrespondeerd (ik heb nog
al zijn boeken met inschriften van zijn hand), met Huysmans en Paul
Marguerite. Net in dien tijd was van Zola's "Germinal" een tooneelstuk
gemaakt,--U weet--die verschillende bewerkingen gebeurden onder zijn
toezicht. Maar met "Germinal" was hij niets ingenomen. "Och," zei hij,
"ga er niet heen, je hebt er niets aan."
Huysmans,--ja dat is een goeie mop,--die was ambtenaar aan een
ministerie, en daar had-ie de afdeeling: "Slachtoffers van de coup
d'etat van 1852". Ik kwam hem eens van zijn bureau halen: we zouden saam
dineeren. En toen ik binnenkwam, zag ik dat ie haastig iets wegmoffelde
onder een buvard. "O, ben jij 't", zeid'-ie, "neem me niet kwalijk, ik
zat juist voor me zelf te werken".--
"Heb je dan zoo weinig te doen?"
--"Weinig? M'n chef hier naastaan zit kalm te werken aan de
"Dictionnaire Larousse.""
THEORETISCHE STUDIE; HAAR NUT.
Ik heb
|