onder daarbij de bedoeling te hebben de schrijvers die ik noem te
critiseeren! "Biecht eener schuldige" vind ik weer een erg goed boek.--
"En zoo staat 't ook met mijn oordeel over onze dichters: In het algemeen
met iemand meegaan kan ik niet. Maar bij Kloos en bij Van Eeden vind ik
enkele dingen mooi. Er zijn ook opstellen van Aletrino die ik erg mooi
vind; een van die twee pleegzusters, hoe heet ze ook weer?... heb ik met
plezier gelezen. Maar ik zou toch niet willen schrijven zooals hij
schrijft. Er is iets in zijn werk dat me niet bevalt ... hij is zoo vaag
van omtrek....
"Querido vind ik een man die werkelijk heel veel kan: een zeer begaafd
auteur ... maar zijn boeken kan ik niet genieten. Die rijste-brijberg
van woorden, daar kan ik niet doorheen. Je hebt in "Levensgang" een
beschrijving die erg wordt geprezen, en telkens wordt aangehaald als
iets heel moois.... Toen ik die las, en ik was halfweg gekomen, toen
dacht ik: waar ben ik nou? ben ik boven op de Alpen, ben ik in een
cathedraal? Ik heb altijd willen hebben, dat, als ik een boek las, ik
zoo min mogelijk van de woorden merkte. Ik wil dat een boek mij de
gebeurtenissen voor oogen stelt, dat ik de menschen zie leven, hoor
praten. Dat ik--zooals men 't wel eens heeft uitgedrukt--als het ware
den stank van een kaas ruik of van wat dan ook. Maar ik moet totaal
vergeten in welke woorden dat tot mij is gekomen. Ik moet niet genieten
van elk woord apart."
WAAROM HIJ DE "WOORDKUNST" VEROORDEELT.
--"Daarmede veroordeelt u dus de woordkunst als zoodanig?"
--"Ja: de misbruiken die de schrijvers maken van beschrijvingen en
schilderingen in woorden, zijn geheel in strijd met Lessing's
voorschrift. Een voortschrijdende handeling kun je beschrijven, maar wat
eenmaal een schilderij is als het ware, als je dat beschrijft: dan heb
je in je woorden iets dat voortgaat, maar de zaak zelf die staat stil.
Nu kun je daaraan wel tegemoet komen. Als bijv. een persoon een
landschap ziet, die persoon zijn oogen te laten richten van het eene
punt naar het andere. Dan komt je persoon in handeling, terwijl toch je
natuur stil staat. Ik heb altijd gepoogd, waar ik voelde eenigzins te
moeten beschrijven: dat zoo te doen. Ik laat de dingen zien door iemand
in actie.--De juistheid van Lessing's aanmerkingen heb ik nooit zoo
sterk gevoeld als bij 't lezen van die woordkunst. Je raakt er uit, je
krijgt geen indruk. Dat heb ik juist tegen Querido: dat ik uit zijn
beschrijvingen
|