leven van onze literatuur om zoo te
zeggen afhing van het Nederlandsch, van de rechten van onze taal. Dat
kan men bij u in Holland niet zoo makkelijk vatten. Hier moet men alles
wat men denkt veroveren op zijn omgeving, en ook op zich zelve,--want
het onderwijs verfranscht de Vlamingen.... Van dien strijd kon men zich
toen vooral niet losmaken. Het streven naar een literatuur die
individueeler zou zijn, oprechter, een oprechter uiting van het gemoed,
buiten alle rederijkerij, ging samen met een streven op sociaal en op
wijsgeerig gebied. En dat heeft zijn uiting gekregen in de eerste en
vooral in de tweede reeks van "Van nu en straks" door allerlei
opstellen, waarin de anarchistische opstandingsgedachten waren vertolkt,
't Begon al met een opstel van mij in de eerste reeks over "De kunst in
de vrije gemeenschap", en later heb ik dat duidelijker uitgesproken in
mijn "Kritiek der Vlaamsche beweging". Onszelven vrijmaken, dat wilden
we in de eerste plaats, en door vrijheidsgeest anderen wakker schudden
en zoo tot zelfdenken brengen. Sommige onzer _gevoelens_ hadden in de
anarchistische literatuur reeds een vorm gekregen, en we grepen dus
tijdelijk naar die denkbeelden."
WAARAAN "VAN NU EN STRAKS" ZIJN GROOTEN INVLOED DANKTE.
Juist doordat we niet zuiver literair waren, hebben we zoo'n diepen
invloed gehad, bereikten wij allerlei geesten die ons anders waren
ontsnapt. De invloed van "Van nu en straks" is dan ook veel grooter
geweest dan die van ons latere tijdschrift "Vlaanderen". En als nu de
menschen wel eens spreken van een nieuw tijdschrift, dan is het altijd
nog: Het moet iets worden in den aard van "Van nu en straks".
"VLAANDEREN."
In 1901 stierf het weg; eind 1902 stichtten wij "Vlaanderen". Ons
standpunt had zich weer gewijzigd. Wij behoefden niet meer te vechten
voor het goed recht van zuivere literatuur, die strijd was uitgevochten.
Wij konden streven naar de vereeniging van alle goede krachten in het
land. Ge moet niet vergeten: Bij het begin van ons optreden konden onze
medestanders wel plaats vinden op een tafelblad, maar nu zouden we toch
allicht een flinke zaal noodig hebben om ze te herbergen.
PERSONEN.
Dit is de geschiedenis van de tijdschriften. Maar daarbuiten staat die
eene groote gebeurtenis: de herleving van Guido Gezelle, die stil-aan
weer aan het zingen ging en juist omstreeks '90 zijn prachtigste verzen
schreef, zijn _Tijdkrans_ en zijn _Rijmsnoer_. Bij de oorspro
|