etjes iets af.... En dat zie je ook aan de critieken
die de menschen op boeken uitoefenen. Ik heb dikwijls gezien dat sommige
voorvallen in boeken,--hetzij dat ik ze zelf zoo heb ondervonden, hetzij
dat ze mij met mijn ondervinding aannemelijk voorkomen,--door sommige
menschen met weinig ondervinding aanstonds worden veroordeeld: Dat is
onmogelijk, dat kan zoo niet gebeurd zijn. Daar komen ze altijd mee
aanzetten. Een voorbeeld. U kent wel "Ida Westerman", dat vind ik een
heel lief boek: daar steekt veel goeds in. Daar vind ik zoo juist in
beschreven dat gevoel: dat dat meisje niet kan gelooven, dat haar
aanstaande maar voort leeft in zijn ongeloof. Zij kan dat beschouwen als
een afdwaling van een oogenblik, maar dat 't blijft, neen, dat gaat
boven haar bevatting.
--"Bepaalt deze opvatting uw voorkeur voor een of andere richting"?
ZIJN LIEFSTE BOEKEN.
--"Ik ben er erg voor, alle richtingen zooveel mogelijk te waardeeren.
Maar er zijn natuurlijk boeken die me meer, andere die me minder
aanlokken. Ik hou' erg veel van het psychologische in de literatuur. En
waar me dat ontbreekt, waar ik me moet vergenoegen met de beschrijving
van het uiterlijke der dingen of van stemmingen, daar voel ik altijd
iets onvoldaans. Nu kan ik echter wel toegeven van bijv. de ouwe
Bourget, de Bourget van zijn eerste romans, de psycholoog bij
uitnemendheid, die zoover ging in zijn ontleding dat hij de plastiek wel
wat verwaarloosde,... ik kan toegeven dat dat een gebrek in hem was,
omdat je bij hem niet meer ziet de dingen. Maar daar staat tegenover,
dat zijn mensch-analyse verbazend mooi is, erg mooi. Nu kom je ook weer
tot dit: wanneer in een boek de psychologische analyse vereischt veel
woorden, en je wil daarbij nu ook geven een uitvoerige beschrijving van
het milieu, dan zou je roman ontzettend dik worden. En dat is een
moeilijk vraagstuk: wat je dan eigenlijk moet weglaten. Maar: ik hou'
dus van de mensch-ontleding. Je moet natuurlijk ook weer samenstellen
uit die analyse; je moet synthese geven, je moet ze in actie geven: hoe
klein die actie ook moge zijn. Je moet uit je boek als het ware je
menschen proeven en zeggen: nu begrijp ik hun daden.
"Heyermans is in sommige werken wel een man naar mijn hart. Ik hou' erg
veel van "Op hoop van zegen",--iets minder maar toch nog veel van
"Ghetto"--maar met zijn overige tooneelstukken kan ik absoluut geen
vriendschap sluiten.... Maar zegt u er toch vooral goed bij, dat ik dit
zeg: z
|