tranen, zooals jagers zeggen wel eens in de lieve oogen van
een aangeschoten hert te hebben gezien."
Deze roman is uitverkocht. Niet meer te krijgen.
En verder is het met mij gegaan zooals met ieder ander schrijver: Je
blijft doorwerken, doorwerken, doorwerken. Ik moest er natuurlijk wat
anders bij doen--mijn journalistieke arbeid. Daarmee zijn we nu zoowat
gekomen tot de oprichting van de "Hollandsche Revue."
DE HOLLANDSCHE REVUE.
Dat ging heel eigenaardig: Ik reisde naar Engeland toe en op de boot
ontmoette ik Vincent Loosjes, den Haarlemschen uitgever, die een kennis
van mij was. Daar zat ik 's avonds mee in de rookkamer,--en hoe het nu
precies geloopen is weet ik niet, maar uit het gesprek dat we toen
voerden is ontstaan het plan voor de "Revue". Hij kende mijn werk in de
richting van figuurteekening en karakteranalyse, mijn parlementaire
portretten. Iets dergelijks zijn de _Karakterschetsen_, die ik iedere
maand geef. Ik ben met dat woord "karakterschets" niet erg ingenomen: de
menschen hechten er een veel te geleerde beteekenis aan; een diepgaande
psychologische ontleding was mijn bedoeling niet.... We hadden goed
gedaan daar een anderen titel voor te bedenken, maar dat merk je later
pas. Mijn bedoeling is, te laten zien dat er overal om ons heen menschen
leven die op een of ander gebied uitmunten, en hoe zwaar hun strijd is
om hun mooie denkbeelden te verwezenlijken. Leg dus meer nadruk op
"schets" dan op "karakter", dan komt u er misschien. Ik geloof dat 't
Kerdijk was, die de Revue een "maandelijksche encyclopaedie" heeft
genoemd. Dat mag ik hooren! Ik durf gerust zeggen, dat ik met dat
tijdschrift iets nieuws gaf, al lijkt 't tegenwoordig gewoontjes. Het
idee om de menschen te kieken in hun interieur was nieuw in mijn tijd.
Mijn eerste karakterschets was die van Dr. A. Kuyper. Ik heb ernstig
getracht _objectief_ en volkomen getrouw weer te geven wat ik van hem te
weten kwam. En vergeet niet: Kuyper is van een heel andere richting dan
ik--bovendien verkeerde ik zelf nog in een twijfel-periode. Kuyper heeft
die zaak nog al aardig opgevat: hij had er schik in en bij wijze van
souvenir, heeft hij me een cadeau gestuurd: Zijn "Encyclopaedie van de
heilige Godgeleerdheid" in drie deelen. Hier staan ze.
Ja, op een heel kleine uitzondering na heb ik dit heelemaal alleen
gemaakt ... al die dertien jaargangen, die u daar ziet. En ik mag wel
zeggen: het is een geluk dat ik al die dertien jaar nooit zi
|