nieuwe
leven komen kan."
Gedurende het laatste deel van ons onderhoud werd de persoonlijkheid,
die ik trachtte te begrijpen inderdaad al te zeer "gezocht". In vijf
minuten riep men hem minstens driemaal aan de spreekbuis, en de zinnen
kwamen bij stukjes en brokjes uit hem. Nu zat er al weer iemand beneden
op hem te wachten, Hij had waarlijk geen tijd meer voor me.
Nog een vraag mocht ik hem stellen.--Als ik hem nu breng op de
geruchten, die ze in den laatsten tijd verspreiden over de
"bevrijdingsplannen", die hij in Amerika denkt uit te voeren, zoo dacht
ik, dan weet ik meteen in hoeverre zijn inzichten zich in de pas
verloopen jaren hebben gewijzigd. Wie kunstuiting en maatschappelijk
ideaal wil doen harmonieeren, kan mij over het eene niet inlichten,
zonder het andere mede te bedoelen.
--"Wel," zei van Eeden, "over mijn plannen behoeven wij niet lang te
praten. Verleden jaar ben ik vijf weken in Amerika geweest. Ik ben
begonnen met een redevoering, die algemeen bekend is, en ook in het
Hollandsch werd vertaald. En, nadat ik vijf weken lang had geconfereerd
met Amerikanen, heb ik deze redevoering-hier uitgesproken in de
"Economic Club" te New York, den dag voor mijn vertrek. In die rede
vindt U uitgewerkt de plannen, die ik nu wil trachten te verwezenlijken.
Ik ga nu heen, met het uitgesproken doel, te onderzoeken in hoeverre dat
mogelijk is. Het niet-politieke socialisme, daarvoor werk ik, en
langzamerhand zie ik, dat in alle landen, tot zelfs in Duitschland en in
Amerika, meer en meer begrepen wordt, wat ik hier zooveel jaren heb
gepredikt. De verbetering moet komen door economische middelen, niet
door politieke. Die komen pas in de tweede plaats. Eerst moeten de
economische grondslagen gelegd. Natuurlijk heb ik door mijn ervaringen
hier in Holland geleerd: Als het eerste luchtschip verbrandt maakt men
het tweede beter."
--"Wat is dan het groote verschil tusschen uw eerste "luchtschip" en uw
tweede?"
HET NIEUWE LUCHTSCHIP.
--"Dat ik nu heb ingezien, dat de machines geen macht hebben, maar dat
de machinist de macht uitmaakt. De cooeperaties moeten worden geleid door
schrandere, ervaren mannen-van-zaken, door commercieele of industrieele
genieen of talenten, kortom: van boven af. Of dat nu kapitalisten zijn
of socialisten, het doet er niets toe. Mijn ondervinding met de
vereeniging "Gemeenschappelijk Grondbezit" heeft mij geleerd, dat de
arbeiders niet in staat zijn, zelfs maar een kleine ondernem
|