fout noemen, een kleine
onjuistheid. Maar het is er heelemaal niet om te doen, een zoo correct
mogelijk samenstel van dergelijke feiten te geven. Het is mij er om te
doen, den lezer een reeks tafereelen te vertellen, die hem als
voorstelling in zijn verbeelding aangenaam moeten aandoen. Het is
natuurlijk ook wel heel aardig als er geen drukfouten voorkomen in een
roman, maar ik vraag u, doet een drukfout, of doen honderd drukfouten in
een boek iets af of toe aan de kunstwaarde er van? Ik schrijf om de
menschen hoog genoegen te verschaffen. En wanneer ik nu wel eens heel
moeilijke dingen schrijf, met vreemde, wellicht verwrongen
woordverbindingen dan moet men daar niet uit afleiden, dat het publiek
mij niet kan schelen en dat ik dat alles maar voor mij zelf en alleen
voor mij zelf doe, of uitsluitend voor de literatoren.
EERST MOET ZIJN WERK HEM GENOT SCHENKEN.
"Maar, indien ik van mijn werk wil verwachten, dat het anderen genot
verschaft, dan moet ik eerst zelf van dat werk een groot genot
ondervinden. En is het eenmaal zoo ver, dan zend ik het de wereld in, in
de hoop, dat er zooveel mogelijk anderen zijn, die er evenveel genoegen
aan zullen beleven."
--"Maar voelt u er dan niets voor, den kring van de menschen, die u
begrijpen, wijder te maken, door uw stijl wat eenvoudig te houden, of,
vergeef mij die uitdrukking, een beetje te menageeren?"
"Zeker voel ik daarvoor en ik heb met dat idee zelfs een heel boek
geschreven. Ik bedoel de "Biografie" van mijn vader. Ik meen, dat ieder,
die het leest, ieder woordje zal kunnen begrijpen. Ik wil dat ook wel
altijd doen, voor zoover het overeen zou komen met mijn kunstinzicht.
Maar ik ben overtuigd, dat ik daar niets voor mag opofferen, en mijn
kunstwerk moet overeenkomen met wat ik zou schrijven: indien ik alleen
op de wereld stond.
"In den laatsten tijd heb ik geschreven een menigte schetsen, die men
"Adriaantjes" is gaan noemen. Daar komen geen gewrongen woordvormen in
voor, en toch vinden veel menschen ze verschrikkelijk vervelend. Daarin
geef ik bij voorbeeld bladzijden lang de beschrijving van zoo een tafel.
Dat is de meest volstrekte toepassing van het "De kunst om de kunst", om
zoo te zeggen. Men kan dit werk alleen goedvinden, wanneer men ze uit
een oogpunt van kunst beschouwt.
"Op 'n tentoonstelling van "Arti" heb ik eens gezien een schilderij, dat
voorstelde een stuk hei, met niets er op: Geen tafereelen, geen kind,
dat afscheid neemt van zijn moe
|