de eerste, die dat zegt". Ik weer: "He,
daar hoor ik van op". En hij: "Ja, overal lachen ze mij er om uit. Ik
had vroeger wel eens versjes geschreven, maar die beteekenden niet veel,
maar nu ik met dit voor den dag kom, zeggen ze allemaal: dat is onzin".
Ik vroeg 'm toen, wat Vosmaer er van zei. Ik hield dien voor een modern
mensch (wat hij ook voor zijn tijd was). Maar 't bleek, dat hij van Perk
niet veel drukte maakte.
Ik heb toen nog lang met Perk omgegaan; hij studeerde in de rechten, ik
in de letteren, en we kwamen veel bij elkaar. Maar hij is gestorven,
1-1/2 jaar later, zonder dat de officieele grootheden hem hadden erkend.
Hij had intusschen al heel wat verzen van zijn "Mathilde"
teruggekregen....
DE UITGAVE VAN "MATHILDE."
Uit gewoonte bleef ik nog van tijd tot tijd bezoeken afleggen, bij zijn
familie, en eens zei ik tegen z'n vader, een heel goeden, vriendelijken
man: "Dominee", zei ik, "weet u wel, dat Jacques verzen heeft
nagelaten?"--"Jawel", zei de vader,... "maar was dat wel
veel?"--"Zeker", meende ik, "'t was prachtig, en 't moet worden
uitgegeven".--"Zou je denken?"--"Ja zeker!"--"Nu, mij is't goed, maar
hoe zullen we dat gedaan krijgen?"
De oude heer Perk meende, dat wij een man van naam moesten opduiken, die
zich er voor wilde spannen. En wij wendden ons tot Vosmaer. Die had er
eigenlijk gezegd niet veel zin in, zag er een beetje tegen op ... hij
meldde ons, dat hij 't te druk had. Dominee Perk meende toen, dat 't
misschien goed zou zijn, den ouden heer Alberdingk Thijm in den arm te
nemen, maar ik vond, dat er dan heelemaal niets van terecht zou komen.
En nogmaals ging ik naar Vosmaer en verzocht hem, 't toch in Godsnaam
maar te doen omdat ik anders vreesde, dat Alberdingk Thijm 't in handen
zou krijgen. Ik wist 't: Vosmaer was niet gesteld op de Katholieken. En:
't lukte. Vosmaer wilde 't dan wel doen, mits hij geheel mocht
vertrouwen op mij, m.a.w. mits hij er eigenlijk geen verderen last mede
had. Ik deed dan ook al 't werk. Ik kreeg een grooten koffer vol met
handschriften van Jacques Perk, en die heb ik allemaal doorgekeken, om
te weten, of er iets bruikbaars bij was, met het resultaat, dat ik uit
zijn vroegere leven niets kon doen verschijnen. U zult wel de
bloemlezing kennen, die Betsy Perk later heeft uitgegeven. Welnu, dat is
allemaal rijmelarij zonder kunstwaarde. Daar kwam nog bij, dat de
uitgever had gezegd: "'t Mag niet te groot worden, en 't mag' niet te
veel kosten,"
|