ien: van Shakespeare begrijpt hij niets. Dit neemt niet
weg, dat die meneer een heel helder hoofd kan hebben.
OM LITERATUUR TE BEGRIJPEN....
Om literatuur te kunnen begrijpen, moet men er een beetje in thuis zijn.
't Gaat er mee als met schilderijen: men moet bepaald studie er van
hebben gemaakt, om er een kunstoordeel over te kunnen vellen. Als een
schrijver zich maar bewust is, dat hij precies heeft uitgedrukt wat hij
wilde, dan is hij er. Vindt het publiek 't op dat oogenblik niet mooi,
dan zal dat wel komen. Of misschien nooit komen. Ik herinner mij, dat
Jacques Perk indertijd ook duister werd gevonden. Hij is zoo gewrongen,
werd er gezegd. Men maakte er parodieen op. Een ontwikkeld mensch kan
zich dat haast niet meer voorstellen nu, maar 25 jaar geleden was
't toch zoo.
HET PUBLIEK EN DE BOEKEN.
De moderne literatuur heeft zich, wat betreft de belangstelling van het
lezende publiek, niet te beklagen. De goede auteurs worden wel gelezen.
Maar 't groote ongeluk in ons land is: dat de menschen geen boeken
koopen. Ik heb nooit bij eenige familie, waar ik kwam, eens een paar
flinke boeken gezien. Wie hier literair werk koopt: ik weet het niet.
Misschien zijn 't de studenten. Gewone beschaafde menschen zeker niet.
Ja, een vijf-en-twintig jaar geleden was dit anders. Beets b.v. werd
veel gekocht, door vrome menschen, niet zoozeer omdat ze hem veel lazen,
maar omdat zij hem zoo goed als een geschenk konden gebruiken.
"MEN" OORDEELT NIET ARTISTIEK.
Overigens ligt het in den aard van de menschen, zich niet al te veel met
werkelijke kunst te bemoeien. De menschen oordeelen niet artistiek. Ze
oordeelen op hun manier verstandelijk. Men leest waar men "bij kan".
Justus van Maurik werd op groote schaal verkocht, omdat de menschen hem
konden begrijpen. Maar Shakespeare niet, Goethe niet, Dante niet ... al
zijn er velen, die deze namen voortdurend in den mond hebben.
ALBERT VERWEY
[Illustratie: ALBERT VERWEY Jeugdportret]
[Illustratie: ALBERT VERWEY]
ALBERT VERWEY
Noordwijk-aan-Zee.
Dit is nu eens een man, die niet zoo heel gemakkelijk vertelt. Toen
ik--het schemerde, en ik had een langen, vermoeienden tocht achter den
rug--tegenover hem zat, dacht ik al aanstonds: "Die laat zich niet gauw
vangen". Ik had een echten, degelijken Hollander voor me, die zich
instinctmatig een beetje op een afstand houdt, en er niet toe te brengen
is, met een vreemde te spreken over d
|