The Project Gutenberg EBook of Johan Doxa, by Herman Teirlinck
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Johan Doxa
Vier herinneringen aan een Brabantschen Gothieker
Author: Herman Teirlinck
Release Date: October 9, 2005 [EBook #16841]
Language: Dutch
Character set encoding: ASCII
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK JOHAN DOXA ***
Produced by Marc D'Hooghe.
JOHAN DOXA
VIER HERINNERINGEN AAN EEN BRABANTSCHEN GOTHIEKER
door
HERMAN TEIRLINCK
1917
* * * * *
I
JOHAN DOXA
GETROUWD
Johan Doxa, de vader, verkocht speelgoed in de Zespenningstraat, een
grijze wijk van nauwe steegjes, midden in de Lage Stad. Hij had er een
smal winkeltje met een gebroken drempelzuil, een vunzigen gang en een
groen-houten hekje, waarop, tenden een buigzaam veerijzer, een
waarschuwende bel vastgehecht was. Het winkeltje was grauw, haast donker.
De roode tichelvloer gloeide langzaam op uit de halve donkerte, maar de
vierkante toog somberde, gelijk een harde, massale schaduw, vlak onder
het venster, dat met zijne menige uitstalling, de dagklaarte buiten
hield. Die toog droeg een verscheiden weelde van lekkernijen,
muntebollen, lekstokken, stampers, ovenbeesten, kramellen, kletskoppen
en amandelbrood. Al dat bonte gesnoeper lag er, in blikken kistjes
nevenseen, elk met zijn eigen kleur en zijn verschillige hoopen. Achter
de toog en langs den muur, tot bijkans tegen de zoldering, hing het
speelgoed, de reepen, de poesjenellen, de poppen, de ballen in wollen
netten, de zilveren muziektoppen, de zweepen met fluitjes, en zoo al
meer.
Johan Doxa, de vader, was een groote struische kerel. Hij zat 's morgens
in zijn winkeltje, achter den toog. Hij sliep er meerendeels. Zijn stoel
was laag, breed, verzacht met een platte sargie, die er vierdubbel tot
op de leuning over gevouwd lag. Johan Doxa zat gemeenlijk met zijn beide
handen gekruisd op zijn buik, zijn kin op zijne borst en zijn klipmuts
op zijne oogen. Zijn kop stak even boven den toog uit, maar duisterde
weg in de onduidelijke lucht van het winkeltje. Als een kind het hek
openstiet, rinkelde de bronzen bek en Johan Doxa verroerde. Zijne handen
bleven gekruisd en stille, maar, met een
|