FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37  
38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>   >|  
open alsof hem een schielijk gevaar op de hielen zat. Hij hield niet op voor hij de Zes-penningenstraat bereikte. Hij struikelde hijgend tegen het groene hekje en sukkelde wild-blazend de trap op. De leuning piepte en de trapberden kraakten. Hij stak op het zolderkamertje eene kaars aan, die hij op den kant van de tafel plantte en zakte toen op zijne knieen, geheel dooreen, als een halm door de zeis getroffen. De ekster zat niet op haar rustige plaats. Ze vleugelde angstig over de geel-bruine bedsargie en hare gloeiende oogjes blikkerden buitengewoon. Ze trachtte met wippende sprongskens en klein gekrijt de aandacht van haar bedrukten meester naar het spectakel van een leelijke gebeurtenis te lokken. Johan evenwel lag op het plankier ineengedrongen en drukte in zwijgende wanhoop zijne ellebogen op zijne knieen, en keek halsstarig voor zich uit. In den geluidloozen tralietrommel hing het eekhoorntje, dat dood was gegaan. * * * * * "Anatole", zei Johan Doxa, terwijl zijn bleeke vriend op den rand van de ijzeren koets zijne nagels schoon maakte en, daarnaast, de witte gezichten van Biebuyck en Donkerwolck boven de gele heupen van de viool en cyther opgeschoten, "ik zeg het u, zoo lange dagen en dagen heb ik over dat ding te zwoegen gezeten. Hebt ge de lieve madeliefjes gezien, die ik langs een wiegend thema van blaadjes en knopjes op den steel geschilderd heb? Gij waart vaak de verwonderde getuige van mijne verduldigheid. Het groene sijsje zong perelend onder ginds vierkante zonnelicht. Het eekhoorntje draaide. Ja, mijn vriend, ik heb dat werk versierd met een warm stuk van mijn innigste gedachtenleven. In den dikken nevel almeteens pletste het brutale mannengezicht open, gelijk een vieze vloek. Het was op het Zaterdagplein onder den driearmigen lantaarn. Hij rookte dus uit mijnen pijp. Vraag mij nooit iets meer daaromtrent Anatole. Ik heb u immers alles verteld...." Anatole vroeg evenwel nog hoelang ze met den politie-agent getrouwd was, maar Johan wilde geen woord meer reppen. Hij stond leunend tegen het kleine tafeltje. Zijn blonde krullen hingen verward over zijne ooren en hij staarde op de vloer, waar de ekster een hoop witte kruimels uiteen bekte. Anatole zong het liedje van de _Drie Gezellen_, en daarna een ander nog, van het _Euverzwijn_. De dag was grijs en triestig en de schaduwsluierde stille langs de muren. * * * * * Johan Doxa was nu e
PREV.   NEXT  
|<   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37  
38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>   >|  



Top keywords:

Anatole

 

knieen

 

eekhoorntje

 

evenwel

 

ekster

 

vriend

 
groene
 

gelijk

 

mannengezicht

 
versierd

madeliefjes

 

innigste

 

almeteens

 

pletste

 
dikken
 

gezien

 
gedachtenleven
 

brutale

 

perelend

 

verwonderde


sijsje
 

getuige

 

geschilderd

 

vierkante

 

blaadjes

 
verduldigheid
 

draaide

 

zonnelicht

 

knopjes

 

wiegend


daaromtrent

 

staarde

 

uiteen

 

kruimels

 

verward

 
tafeltje
 

blonde

 
krullen
 

hingen

 

liedje


schaduwsluierde

 
triestig
 

stille

 

Gezellen

 

daarna

 

Euverzwijn

 
kleine
 

leunend

 
mijnen
 
driearmigen