FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  
lden over den buik van een mandolien en zongen italiaansche liedjes. Ze zongen er drie en kwamend dan centen rondhalen in paarlemoeren schelpen. --"'t zijn Italianers, geloof ik." zei Johan Doxa suf. Hij zocht lang in al zijne zakken, naar een half stuivertje, dat hij zeker bezat, zeker, zoo zeker dat als twee en twee.... Anatole sprak: --"Luister 'ne keer. Wat is dat nu met uwe vrouw? Is ze ziek of wat is 't?" --"Ze heeft u daar nogal uitgescholden!" --"Nog al ... nog al...." --"Zeg eens ... en is dat waar, van die macaronie en die ... die...." --"Bloedpens." --"Hein?" Ze vertrokken. Ze gingen de wijk van Onze-Lieve-Vrouw-te-Rooje af en dronken in de kroegen, de taveernen en de kavitjes. De verschillige geluiden der lage stad sprongen gelijk ledige vaten rond hen. Johan Doxa en Anatole waren afgezonderd van 't algemeen plezier en hunnen armen hingen zwaar aan hunnen schouders. Ze bleven een poosje 't geweldig bedrijf nagapen van een schoonen arlekijnen societeit, die, met volle fanfaren, de straten opdreunde. Kinderen droegen rieten waaraan papieren lantaretjes te wiegelen hingen. De veelkleurige lichtjes stippelden aardig in den vroegen avond. Ergens ontmoetten ze, plots eenzaam, een blinden grijsaard, die zijn hond verloren had en woest-mompelend langs de gevels voortsukkelde. Ze waren hem al lang voorbij, als Johan Doxa ineens staan bleef en, met een dwazen glimlach: --"Nu vind ik het half stuivertje", zei hij. Hij was er geheel blij om en hief het in de klaarte van een gaslantaren op. Hij voegde erbij: --"Ik wist wel dat ik het had. 'k Had het dezen morgen in de kerk langs mijn broekpijp die gescheurd is laten vallen, 'k Had het opgeraapt, ge ziet het nu zelf Anatole!..." Een kleine nietdeug, met een mombakkes gelijk een doodshoofd, riep achter hem: --"Loerik!" * * * * * Anatole sprak: --"'k En wil 't niet zeggen om u te treiteren Johan, maar ge zoudt toch wat meer koeragie moeten hebben bij uwe vrouw. Ge hebt daaral niet veel te protocollen, naar ik zie, en dat is een ongeluk voor u en voor haar. Alles goed bekeken. Ge zijt een vijg, jongen, ge zijt een slappe vijg ... 'k zeg het in alle eere, om u niet te krenken ... kortom, een vijg." Johan Doxa sprak: --"Vermits gij het zegt ... vermits gij het zegt ... denkt ge waarlijk?" Hij herzette zich op de smalle herbergbank en verschoof zijn ledige pint. Hij plante zijne voorarmen op de tafel,
PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

Anatole

 

hunnen

 

ledige

 

gelijk

 

zongen

 

hingen

 
stuivertje
 

morgen

 

mompelend

 
opgeraapt

vallen

 

gescheurd

 

broekpijp

 

klaarte

 
ineens
 

voorbij

 
glimlach
 

dwazen

 

geheel

 

voegde


gaslantaren
 

voortsukkelde

 

gevels

 

krenken

 

kortom

 
Vermits
 

slappe

 

bekeken

 

jongen

 

vermits


plante

 

voorarmen

 

verschoof

 

herbergbank

 

waarlijk

 
herzette
 

smalle

 
ongeluk
 

zeggen

 

treiteren


Loerik

 
achter
 

nietdeug

 

mombakkes

 

doodshoofd

 

daaral

 
protocollen
 

hebben

 
koeragie
 
moeten