FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   >>  
rm van een mooi hart was uitgesneden en op de randen geheel met lekkere fruitschellen omlegd. Hij besloot binnen te gaan, maar wilde vooreerst uitkijken naar een loopjongen, die het geschenk aan moeder brengen zou. Er liepen daar vele jongens rond. Johan Doxa beproefde om op hunne gezichtjes te lezen hoe eerlijk ze waren, en hij bevond dat hij behoefde daaromtrent waarlijk zeer ongerust te zijn. Eene gelukkige ingeving dreef hem naar een kleine kroeg, waar hij een druppelken brandewijn dronk. En luttele beslissingen wisselden malkander ondertusschen af in zijn geest. De kroegbaas zei: --"'t En zal vandaag niet ophouden met regenen, kameraad." --"Dat zou ik ook gelooven," antwoordde Johan Doxa. Een vochtig gevoel kwam over hem, en hij bestelde een tweede glaasje, en naderhand een derde. Dan, terwijl hij betaalde, zag hij moeder's zilverstuk plots op den toog liggen. Gedurende een oogenblik haatte hij het wisselgeld dat hij ervoor terug kreeg. Hij bedacht nu dat er in de Boterstraat meer fijne winkels waren en daalde langs de Steenpoort naar de middenstad. Een zwaarbeladen koolwagen rolde hem voor. Bij elk geschok der trage wielen rolden stukjes glinsterend kool over de zwarte berden. Er viel ook een groote brok en Johan raapte haar op en bracht haar bij den voerman. De voerman had een ruigen rosten baard en stak zijne breede hand uit, bespannen als met een bruin-lederen vel. Toen struikelde het paard en stortte voorover op de steen en. De kar dook met hare lompe tremen die ze met een doften slag sloeg tegen den grond. --"Nondidju!" vloekte de voerman. Er was seffens een groote toeloop van menschen. Een man ging met zijn knie op den kop van het paard zitten. De riemen werden haastig ontgespt. Stemmen klonken dooreen. Een politieagent dreef het aanzwellende volk achteruit. Johan Doxa stond met het groote stuk kool in zijne armen. De politieagent riep in zijn verschrikt gelaat: --"Wilt ge, potverdomme, de kolen laten liggen, gauwdief!" Johan werd de prooi van eene geweldige aandoening; zijn last rolde over zijn buiksken aan zijn voeten en hij wilde vluchten. Hij week door de menigte heen. Hij voelde van allen kant oogen op hem gestoken en kinderen schreeuwden hem achterna. Hij kwam in een klein ledig straatje, gelijk een drenkeling een oever bereikt. Hij zat nu in een herberg zijn eigen te betasten en met langzame proefnemingen de zekerheid op te doen dat hij nog armen had en beenen en een hoofd. Zonderli
PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

voerman

 

groote

 

politieagent

 

liggen

 

moeder

 

menschen

 
toeloop
 

ruigen

 

seffens

 
vloekte

Nondidju

 

zitten

 

riemen

 

werden

 
bracht
 

raapte

 
doften
 

haastig

 

struikelde

 

stortte


bespannen
 

lederen

 

voorover

 

tremen

 

breede

 
rosten
 

achterna

 

schreeuwden

 

gelijk

 

straatje


kinderen

 

gestoken

 

voelde

 

drenkeling

 

zekerheid

 
beenen
 

Zonderli

 
proefnemingen
 

langzame

 

bereikt


herberg

 
betasten
 

menigte

 

verschrikt

 

gelaat

 

achteruit

 
klonken
 

Stemmen

 
dooreen
 
aanzwellende