FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50  
51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  
onder het zolderdak, begonnen eene lollige vermomming. Anatole bracht de zonderlingste kleedingstukken uit laden en kassen voor. Al bargoed, vergeten, verloren, gestolen of in pand gelaten. Johan Doxa stond voor een gebarsten spiegel tusschen twee wippelvlammende eindjes kaars. Hij moest zijn broek uittrekken en hij deed het gewillig, zonder denken. Anatole zocht voor hem eene schoone maskeradebroek. Het was de verslenste broek van de eene of de andere barmeid, fijn-linnen broek, geheel behangen met kanten en strikken, wit was de kant en vieux-rose de linten. Johan Doxa deed zeer angstig in die broek. Zij viel in dicht geplooi en rijke lobben tot over zijne knieen en liet dikke braaien vrij die opbulten boven de lompe schoenen. Anatole bezorgde witte koussen en eischte dat, om het algemeen effekt niet te breken, Johan Doxa lage espadrillen aantrekken zou. Deze weelderige kleedij voltooide hij met een kelner-pitalairken, dat ongelukkiglijk te nauw was en, gelijk een licht vleugelpaar, aan Johan's schouders hing te bengelen. --"'t Is wel alzoo," zei hij achteruit-wijkend, "nu uw kop!" Hij spande een kleine venstergordijn rond het hoofd van den braven Doxa en bekroonde zijn werk met een ietwat inzakkende gibus. Hij zei, weltevreden: --"Niemand zal u herkennen, jongen. Ge zijt een heel ander mensch, waarlijk! maar deze gele handschoenen moet ge aantrekken, en hier is een pompadoer-waaiertje dat ge aan een knoopje van uw habijt moet hangen.... Zoo-oo ... all right! kijk u eens in den spiegel aan!" En Johan Doxa keek zijn eigen in den spiegel aan en hij wist niet aan welk oordeel hij zich zou houden.... Anatole was gauw klaar. Hij gespte een paar bleeke rokken rond zijn leen, paste, gelijk 't behoort, een groen jakje over zijne opgevulde borst, zette een prachtigen hoed met pluimen zoo goed als het kon vast op zijn kop en hing errond eene dichte voilette. Hij droeg, ter volmaking van die vrouwelijke staatsie, een rood satijnen zonnescherm en schoeide, gelijk Johan, zijne groote handen. Zoo kwamen zij op straat. Geweldig was 't lawaai en de drang op de Anspachlaan. De electrische lampen klaterden over al die hoofden. De confetti sproeide uit, kleurig en blikkerend. --"We moeten ons goed houden," zei Anatole, "en malkander niet kwijt geraken. We gaan naar 't bal." Hij kocht in den Grand Bazar een heel klein trommeltje, dat hij op Johan's buik met een rood touwtje hing en een rotelaar dien hij zelf den weg
PREV.   NEXT  
|<   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50  
51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

Anatole

 

spiegel

 

gelijk

 

aantrekken

 

houden

 

waarlijk

 
rokken
 

behoort

 

bleeke

 
mensch

gespte

 

pompadoer

 

waaiertje

 

knoopje

 
hangen
 

habijt

 
oordeel
 

handschoenen

 

errond

 

blikkerend


kleurig
 

moeten

 

malkander

 

sproeide

 

confetti

 
lampen
 

electrische

 

klaterden

 

hoofden

 

geraken


touwtje

 

rotelaar

 

trommeltje

 

Anspachlaan

 

jongen

 
voilette
 

dichte

 
pluimen
 

opgevulde

 

prachtigen


kwamen

 
handen
 

straat

 

lawaai

 

Geweldig

 

groote

 
schoeide
 

vrouwelijke

 
volmaking
 
staatsie