FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  
? Rechtuit gesproken, ik geloof het niet. Ik had moeten toespringen. Wel! wel! een mensch zou er kiekevleesch van krijgen, als men bedenkt wat er al omgaat!... In 't volle van de stad jongen, in 't volle van de stad!..." Hij kwam op de Papenvest en verwonderde zich dat de huisdeur, die anders nooit zoo vroeg was ontgrendeld, op een reetje open stond. Hij strompelde onvoorzichtig de trap omhoog. Het huis was stil. Hij keek op.... De verbazing van Johan Doxa, toen hij Lieven Lazare in het aangezicht blikte, was slechts te vergelijken bij de verbazing van Lieven Lazare zelf, die den ellendigen sukkel zag aanklimmen in zijn matte lompen en slappe strikken. Tegen Johan's verwachting in verhief Lieven Lazare zijne donderstemme niet. Hij zei stil: --"God straft u, Doxa. Zijne hand heeft uw huis beschaduwd. En Hij verplicht u neer te kijken op uwe monsterachtige schande. Ik zwijg en laat u over aan Hem--kom binnen." Zachter nog, terwijl hij Johan Doxa in de kamer duwde, sprak hij: --"Ik heb in gebed den avond en den nacht aan de sponde van uwe vrouw doorgebracht." Het docht Johan Doxa plots dat hij geene beenen, geen armen, geen lichaam meer had. Hij had geen gevoel van lucht, van koude of warmte. Een harde band spande hem om de slapen. Hij zag de vier hooge kaarsen die brandden aan de vier hoeken van het bed. Toen ook, daar staande in openbare dronkenschap, zag hij het witte kussen, het witte roerlooze gelaat van Julia, de witte handen gevouwd in vroome houding op de blauwe sargie, en het ivoren kruis dat uitarmde, ernstig tot onder de puntige kin. Lieven Lazare, het hoofd buigend, zei: --"God beproeft ons uitermate. En Hij treft ons in onze zonden.... Laat ons knielen, Johan!" En dat deed Johan Doxa gehoorzaam, maar hij dacht al door: --"Dat is toch een zonderling dingen, niet waar? Het water dat zoo angstig was ... en de roode kousen over de groote handen ... en het kindje heb ik wel gezien! De vrouw weende over het kindje.... Wel! wel toch! Wat een rare boel!..." Zijne oogen bleven strak op Julia's gelaat gevestigd. Zijn geest puntte op Julia's gelaat. --"Goede God!" fluisterde hij. Hij begon halfluide te bidden, en sloot smartelijk zijne oogen. De tranen, die over zijne bolle wangen rolden, vielen op het dunne leder van het trommelken, hetwelk aan Johan's buik hing, en waarlijk scheen gemaakt te zijn om dergelijke kleine klopjes te ontvangen. * * * *
PREV.   NEXT  
|<   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54  
55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

Lieven

 

Lazare

 

gelaat

 

verbazing

 

handen

 

kindje

 
uitermate
 

geloof

 

buigend

 
beproeft

zonden

 

gehoorzaam

 

knielen

 

puntige

 
ernstig
 

openbare

 
dronkenschap
 

mensch

 

kussen

 

staande


hoeken
 

roerlooze

 

toespringen

 

ivoren

 

uitarmde

 
sargie
 

blauwe

 

moeten

 

gevouwd

 

vroome


houding

 

wangen

 

rolden

 

vielen

 

tranen

 
halfluide
 

bidden

 
smartelijk
 

trommelken

 

dergelijke


kleine

 
klopjes
 

ontvangen

 

gemaakt

 

scheen

 

hetwelk

 
waarlijk
 

fluisterde

 
groote
 
gesproken