FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  
tgezeten bloedpens en 'n gezicht van 'n dulle hoornblazer?... Of denkt gij soms dat ik genezen kan bij 't eenige spektakel van de walgelijke farokampernoelieen die uw gezicht paleeren? (klagend) Mijnheer Anatole, bezie mijne armen, bezie mij, Mijnheer, ik ben de schim van mezelve niet meer. Ik teer puur weg. Ik heb me afgewerkt voor dien zatbalg daar! En nu, nu steekt hij een handje toe, Mijnheer Anatole, om er mij wat rapper in te krijgen ... in den put ... in den put." Ze ging achterover wegzakken, in zachter gekerm, maar hief zich ineens recht op hare puntige ellebogen, en kreet het heesch uit in 't verbijsterd gelaat van den zwijgenden Doxa:--"Wat? Wat zegt ge weer? Dat het niet waar is? Dat ik lieg? Zegt hij dat ik lieg, Mijnheer Anatole?..." Het scheen dat ze al hare krachten inspande om in eene uiterste poging de mate van hare verontwaardiging te geven. Ze greep waarlijk met hare tien nagels naar de rood-ronde tronie van den stillen beuzelaar. --"Hier uit", riep ze, "hier uit!... Ne sjanfoetter, dat zijt ge, 'ne wijvenbeul en 'ne sjanfoetter!..." Daar ze nu, wezenlijk uitgeput, in de kussens thoopeviel, slierde Johan Doxa zoetekens de deur uit en schikte Anatole de blauwe sargie tot onder hare bevende kin. Ze had hare oogen gesloten. Hare lippen trilden nog en hare neusvleugels roerden even. Anatole hoorde het harde getik van den koperen wekker die, op de schouw, met hardnekkige onverschilligheid de zonderlinge kamerstilte verried. * * * * * Op straat vond Anatole den rustigen Johan Doxa, die, zijn neus platduwend tegen de vensterruit van den fruitwinkel, met vlijtige aandacht de grauwe hobbels van een paar slabeten gadesloeg. Hij stak zijne hand onder Johan's arm en zij gingen langzaam in den mistigen vesperdag. Zij gingen alzoo een half-uur lang, zonder spreken. Gemaskeerde kindergroepjes liepen dansend hen voorbij. Verder, in naburige straten, hoorden zij het aanzettend carnavalgejoel en zij zagen schoone kleuren bewegen.--Ze trokken "het Zwaantje" binnen en bestelden een glas lambik. --"Sec!" zei Anatole. En dan alweer zwegen ze. De schuimende pinten stonden in het langblauwe daglicht te klaren met stil-gouden gloed. Een lange man kwam rechtover hen zitten. Hij was in een bedlaken gewonden en een scheef mombakkes grinnikte roerloos op zijn kop. Hij had roode kousen over zijne handen getrokken, en die lagen, vol geheimzinnige kracht, op de tafel. Men kon geen o
PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>  



Top keywords:

Anatole

 

Mijnheer

 

sjanfoetter

 

gingen

 

gezicht

 

kindergroepjes

 

liepen

 

dansend

 

Gemaskeerde

 

zonder


mistigen
 

spreken

 

vesperdag

 
langzaam
 

hobbels

 

kamerstilte

 

zonderlinge

 

verried

 
straat
 

onverschilligheid


hardnekkige

 

hoorde

 
koperen
 

schouw

 

wekker

 
rustigen
 

slabeten

 

gadesloeg

 

grauwe

 

aandacht


platduwend
 

vensterruit

 
fruitwinkel
 
vlijtige
 

bewegen

 

gewonden

 

bedlaken

 

scheef

 

mombakkes

 

roerloos


grinnikte
 

zitten

 

rechtover

 

kracht

 
geheimzinnige
 

kousen

 

handen

 

getrokken

 

gouden

 
kleuren