rift.--Uitleg van het alphabet--Het
geheimschrift.--Een geleerd man.--Nichtje Graeuben.--Ontcijfering
van het dokument.--Einde der ontcijfering.
"Het is stellig runisch," zeide de professor zijne wenkbrauwen
fronsende. "Maar er schuilt een geheim achter, dat ik ontdekken zal,
of...."
Een driftig gebaar gaf zijne bedoeling genoegzaam te kennen.
"Ga daar zitten," voegde hij er bij, terwijl hij met zijne vuist de
tafel aanwees, "en schrijf."
In een oogenblik was ik gereed.
"Nu zal ik u iedere letter van ons alphabet opnoemen, die met eene
van deze ijslandsche letters overeenkomt. Wij zullen zien wat dat
geeft. Maar, bij St. Michael! pas op, dat ge u niet vergist."
De opnoeming begon. Ik deed mijn uiterste best; de eene letter werd
na de andere opgenoemd en vormde zoo de onverstaanbare opeenvolging
der volgende woorden:
m.rnlls esreuel seeJde
sgtssmf unteief niedrke
kt,samn atrateS Saodrrn
emtnaI nuaect rrilSa
Atvaar nscrc ieaabs
ccdrmi eeutul frantu
dt,iac oseibo KediiI
Toen dit werk af was, nam mijn oom driftig het blad, waarop ik
geschreven had, en bekeek het lang met aandacht.
"Wat beteekent dat?" herhaalde hij werktuigelijk.
Op mijne eer, ik zou het hem niet hebben kunnen zeggen. Daarenboven
ondervroeg hij mij ook dienaangaande niet en ging voort met tot zich
zelven te spreken.
"Dat noemen wij geheimschrift," zeide hij, "waarvan de zin verborgen
is onder letters, die opzettelijk verkeerd geplaatst zijn en die
ordelijk geschikt een verstaanbaren zin zouden opleveren! En wanneer
ik bedenk, dat daarin misschien de verklaring of de aanwijzing eener
groote ontdekking is opgesloten!"
Ik voor mij dacht wel, dat er niets in opgesloten was, maar hield
mijne meening voorzichtig voor mij.
Daarop nam de professor het boek en het perkament en vergeleek ze
met elkander.
"Deze twee geschriften zijn niet van dezelfde hand," zeide hij; "het
geheimschrift is jonger dan het boek, en ik zie daarvan terstond een
onwraakbaar bewijs. Inderdaad, de eerste letter is eene dubbele M,
die men te vergeefs in het boek van Turleson zou zoeken, want zij werd
eerst in de 14de eeuw bij het ijslandsche alphabet gevoegd. Derhalve
liggen er minstens 200 jaar tusschen het handschrift en het document."
Dat scheen mij, ik erken het, vrij logisch te zijn.
"Dus word ik er toe gebracht," hernam mijn oom, "om te denken,
dat een der bezitters van dit boek deze geheimzinnige teekens heeft
geschr
|