anbare wegen, rotsen, gletschers, niets houdt het tegen. Het is
moedig, matig, voorzichtig. Nooit een mispas, nooit een terugtred. Als
er eene rivier of een fjoerd moet overgetrokken worden, en dat zal
nog al eens gebeuren, zult gij zien, hoe het zonder aarzelen te water
gaat, gelijk een tweeslachtig dier; en den tegenoverliggenden oever
bereikt! Maar wij moeten het niet te veel aanzetten; wij zullen het
laten begaan, en dan zullen wij zeker door elkander per dag tien uur
gaans afleggen."
"Wij, daar twijfel ik niet aan," antwoordde ik, "maar de gids?"
"O! daarover bekommer ik mij niet. Die lieden loopen, zonder dat zij
het merken, en deze beweegt zich zoo weinig, dat hij niet moe kan
worden. Als het noodig is, zal ik hem echter mijn paard afstaan. Ik
zou spoedig kramp krijgen, als ik niet eenige beweging nam. De armen
gaan goed, maar men moet ook aan de beenen denken."
Intusschen reden wij stevig door; het land was reeds bijna
onbewoond. Hier en daar vertoonde zich eene afgelegene hoeve, een
alleenstaande "boer" [6], van hout, aarde en lavabrokken gemaakt,
als een bedelaar aan den rand van een hollen weg. Die vervallen hutten
zagen er uit, alsof zij het mededoogen der voorbijgangers afsmeekten,
en bijna zou men haar eene aalmoes geschonken hebben. In dat land
waren volstrekt geene wegen, zelfs geene voetpaden, en de plantengroei,
hoe gering ook, had weinig tijds noodig om de voetstappen der zeldzame
reizigers uit te wisschen.
Toch telde dit gedeelte der provincie, dicht bij de hoofdstad, mede
onder de bewoonde en bebouwde streken van IJsland. Wat zouden dan de
streken zijn, die nog woester waren dan deze woestijn? Op een weg van
een half uur gaans hadden wij nog geen boer voor de deur zijner hut
zien staan, noch een wilden herder ontmoet, die eene kudde weidde,
welke minder wild was dan hij, niets anders dan eenige verlatene
koeien en schapen. Wat zouden dan de gewesten zijn, die geschud en
het onderste boven gekeerd waren door de uitbarstingen, veroorzaakt
door de vulkanische ontploffingen en onderaardsche schokken?
Wij zouden ze later leeren kennen; maar de kaart van Olsen raadplegende
zag ik, dat men ze vermeed door den kronkelenden oever te volgen;
de groote vulkanische beweging heeft zich inderdaad meer tot het
middengedeelte des eilands bepaald; daar hebben de horizontale lagen
van opeengestapelde rotsen, in het scandinavisch "trapps" genoemd,
de strooken trachiet, de uitgebraakte basalt, de tufsteen en
|