FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   >>   >|  
iet onaangenaam is. Hans heeft ons daar een opperbest hulpmiddel verschaft! Ook stel ik voor om zijn naam te geven aan deze heilzame beek." "Goed!" riep ik. En de naam "Hans-beek" werd terstond aangenomen. Hans werd er niet trotscher om. Na zich heel matig verkwikt te hebben, ging hij met zijne gewone kalmte in een hoek leunen. "Nu moeten wij," zeide ik, "dit water niet laten wegloopen." "Waarom niet?" antwoordde mijn oom, "ik houd het er voor, dat deze bron nooit zal opdrogen." "Dat blijft hetzelfde! wij zullen den zak en de flesschen vullen en dan de opening trachten te stoppen." Mijn raad werd gevolgd. Hans beproefde met brokjes graniet en werk het in den wand gemaakte gat te dichten. Dat was niet gemakkelijk. Wij brandden onze handen zonder er in te slagen; de persing was te aanzienlijk en onze pogingen bleven vruchteloos. "Het is duidelijk," zeide ik, "dat de bekkens van dezen waterstroom op eene aanzienlijke hoogte gelegen zijn, te oordeelen naar de kracht van den straal." "Daar is geen twijfel aan," antwoordde mijn oom; "als deze waterkolom twee en dertig duizend voet hoog is, ondergaat zij duizend dampkringsdrukkingen. Maar daar schiet mij iets te binnen." "Wat dan?" "Waarom zouden wij er zoo stijf op blijven staan om deze opening te stoppen?" "Wel, omdat...." Het zou mij moeielijk geweest zijn eene goede reden te vinden. "Zijn wij verzekerd, dat wij onze flesschen, als zij ledig zijn, weder zullen kunnen vullen?" "Neen, zeker niet!" "Welnu! dan moesten wij dit water laten loopen: het zal natuurlijk dalen en ons den weg wijzen en verkwikken te gelijk." "Dat is goed bedacht!" riep ik, "en met deze beek tot reisgenoot zie ik niet in, waarom wij in onze plannen niet zouden slagen." "Komt gij eindelijk op de hoogte, mijn jongen?" zeide de professor lachende. "Ik kom er niet, maar ben er reeds." "Wacht even! Wij zullen beginnen met eenige uren rust te nemen." Ik vergat waarlijk, dat het nacht was. De tijdmeter vertelde het mij wel. Weldra sliepen wij allen rustig, nu wij behoorlijk verkwikt en verfrischt waren. HOOFDSTUK XXIV Te horizontaal.--Bijna loodrechte put.--Onder den Oceaan. Den volgenden morgen hadden wij reeds al het uitgestane leed vergeten. Ik verwonderde mij eerst, dat ik geen dorst meer had, en vroeg naar de reden daarvan. De beek, die murmelend aan mijne voeten stroomde, gaf mij het antwoord op die vraag. Wij ontbeten en dron
PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   >>   >|  



Top keywords:

zullen

 
opening
 

slagen

 
vullen
 

flesschen

 

antwoordde

 
Waarom
 

hoogte

 

verkwikt

 

zouden


stoppen

 
duizend
 

beginnen

 

professor

 

lachende

 

moesten

 

loopen

 
natuurlijk
 

kunnen

 

vinden


verzekerd

 

plannen

 

waarom

 

eindelijk

 

reisgenoot

 
verkwikken
 
wijzen
 

gelijk

 
bedacht
 

jongen


behoorlijk
 

vergeten

 

verwonderde

 

uitgestane

 
volgenden
 

morgen

 

hadden

 

antwoord

 
ontbeten
 

stroomde


voeten

 
daarvan
 

murmelend

 

Oceaan

 

vertelde

 
tijdmeter
 

Weldra

 
sliepen
 

waarlijk

 

vergat