FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163  
164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   >>   >|  
nadert Hans, die haar rustig aanziet; mijn oom, die nederknielt om haar te ontwijken; mij, die verbleek en ril onder den glans van het licht en de warmte; zij draait rond bij mijn voet, dien ik tracht terug te trekken. Het mag mij niet gelukken. De lucht van salpeterig gas vervult den dampkring; zij dringt in de keel, de longen. Wij stikken. Waarom kan ik mijn voet niet terugtrekken? Is hij misschien aan het vlot vastgeklonken! ach! de val van den electrischen kogel heeft al het ijzer aan boord magnetisch gemaakt; de werktuigen, de gereedschappen, de wapenen raken in beweging en rammelen met een schel geluid tegen elkander; de spijkers mijner schoenen houden stevig vast aan eene ijzeren plaat, die in het hout zit. Ik kan mijn voet niet terugtrekken! Door eene geweldige, krachtsinspanning ruk ik hem eindelijk los, op het oogenblik dat de bal hem in zijne ronddraaiende beweging grijpen en mijzelven medeslepen zou, indien ... O! welk een fel licht! de bol springt! wij zijn met vonken vuur bedekt! Vervolgens wordt alles uitgedoofd. Ik heb even den tijd gehad om te zien, dat mijn oom op het vlot ligt uitgestrekt, dat Hans, die nog altijd aan het roer staat, "vuur spuwt" onder den invloed der electriciteit, die hem doordringt! Waar gaan wij heen? waar gaan wij heen? -- -- -- Dinsdag 25 Augustus.--Ik kom bij, uit eene langdurige bezwijming; de bliksemstralen worden ontketend gelijk een broedsel slangen, die in den dampkring geslingerd worden. Zijn wij nog altijd op zee? Ja, en wij worden met eene onberekenbare snelheid medegevoerd. Wij zijn onder Engeland, het Kanaal, Frankrijk, onder geheel Europa misschien doorgegaan! -- -- -- Een nieuw geraas doet zich hooren! Het is zeker de zee, die op de rotsen breekt!... Maar dan.... -- -- -- HOOFDSTUK XXXVI Vreugde van den professor.--Toebereidselen voor de terugreis.--Werktuigen gered.--De professor denkt aan zijne collega's.--Op welke hoogte? Hier eindigt, wat ik het "reisjournaal" heb genoemd, dat ik gelukkig uit de schipbreuk heb gered. Ik vat den draad van mijn verhaal weder op. Ik kan niet zeggen wat er voorviel, toen het vlot stiet tegen de klippen der kust. Ik voelde, dat ik in de golven stortte, en dat ik aan den dood ontkwam, dat mijn lichaam niet verbrijzeld werd tegen de scherpe rotsen, had ik alleen te danken aan den gespierden arm van Hans, die mij uit den afgrond redde. De moedige IJslander
PREV.   NEXT  
|<   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163  
164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   >>   >|  



Top keywords:

worden

 
dampkring
 

misschien

 

rotsen

 

professor

 

beweging

 

terugtrekken

 

altijd

 
Dinsdag
 

doorgegaan


geraas

 

hooren

 

geheel

 

bezwijming

 

langdurige

 
geslingerd
 

bliksemstralen

 

slangen

 
gelijk
 

ontketend


Augustus

 

Frankrijk

 

broedsel

 

Kanaal

 
Engeland
 

onberekenbare

 

snelheid

 

medegevoerd

 

Europa

 

golven


voelde

 

stortte

 
ontkwam
 
klippen
 

voorviel

 

lichaam

 

verbrijzeld

 

afgrond

 

moedige

 

IJslander


gespierden

 
danken
 

scherpe

 

alleen

 

zeggen

 

terugreis

 

Werktuigen

 

collega

 
Toebereidselen
 
Vreugde