FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  
aarde. De jager haalde de schouders op ten teeken van onwetendheid. "Op IJsland?" zeide ik. "Nej," antwoordde Hans. "Wat, neen?" riep de professor. "Hans vergist zich," zeide ik overeind rijzende. Na de tallooze verrassingen dezer reis, was er ons nog eene weggelegd. Ik verwachtte een kegel te zien, bedekt met eeuwige sneeuw, in het midden der barre woestenijen van de noordelijke landen, onder de bleeke stralen van een poolhemel, verre boven de hoogste breedten; en in strijd met al die vermoedens lagen mijn oom, de IJslander en ik op de zijde van een berg, die geblakerd was door de hitte der zon, die ons met hare stralen verschroeide. Ik wilde mijn oogen niet gelooven; maar de stekende pijn, die ik over het geheele lichaam voelde, veroorloofde geen verderen twijfel. Wij waren half naakt uit den krater gekomen, en het schitterend gesternte, dat wij in geen twee maanden gezien hadden, vertoonde zich aan ons met een kwistigen overvloed van licht en warmte, en goot heerlijke stralen over ons uit. Toen mijne oogen aan dien glans gewend waren, dien zij zoo lang hadden ontbeerd, maakte ik er gebruik van om de dwalingen mijner verbeelding te herstellen. Op zijn allerminst wilde ik op Spitsbergen zijn, en ik was niet gezind om het spoedig op te geven. De professor vatte het eerst het woord op en zeide: "Dat gelijkt volstrekt niet op IJsland." "Maar het Jan Mayen-eiland?" antwoordde ik. "Evenmin, mijn jongen! dit is geen noordsche vulkaan met zijne heuvelen van graniet en zijn sneeuwhoed." "Echter...." "Zie eens, Axel! zie eens!" Hoogstens vijf honderd voet boven ons opende zich de krater van een vulkaan, waaruit om het kwartier met een zeer sterk geraas een hooge vlammenzuil, vermengd met puimsteen, asch en lava, opsteeg. Ik voelde de stuiptrekkingen van den berg, die gelijk de walvisschen ademhaalde, en nu en dan vuur en rook door zijn geduchte neusgaten uitspoot. Onder ons breidden zich met eene vrij steile helling de vlakten van uitgebraakte stoffen van zeven tot acht honderd voet diep uit, hetgeen den vulkaan eene hoogte gaf van nog geen drie honderd vademen. Zijn voet verdween in een waren korf van groene boomen, waaronder ik olijfboomen, vijgeboomen en wijnstokken met purperen trossen onderscheidde. Zoo zagen de noordelijke gewesten, ik moest het wel bekennen, er niet uit. Over dien groenenden omtrek heen verloor de blik zich spoedig in het water eener heerlijke zee of van een meer,
PREV.   NEXT  
|<   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  



Top keywords:
stralen
 

vulkaan

 

honderd

 

noordelijke

 

voelde

 

hadden

 

spoedig

 

krater

 

heerlijke

 
professor

antwoordde

 

IJsland

 

vermengd

 

puimsteen

 

geraas

 

vlammenzuil

 

opsteeg

 
ademhaalde
 
walvisschen
 
kwartier

stuiptrekkingen

 

gelijk

 

opende

 

noordsche

 

haalde

 

jongen

 

Evenmin

 

eiland

 
heuvelen
 

graniet


Hoogstens
 
geduchte
 

sneeuwhoed

 
Echter
 
waaruit
 
uitspoot
 

gewesten

 

onderscheidde

 
trossen
 
olijfboomen

vijgeboomen
 

wijnstokken

 

purperen

 
bekennen
 
groenenden
 

omtrek

 

verloor

 

waaronder

 

boomen

 

vlakten