FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  
rden wij dat groen, dat zoo streelend was voor het oog. Honger en dorst kwelden mij. Gelukkig vertoonde zich na twee uur loopens eene schoone vlakte aan ons oog, geheel bedekt met olijfboomen, granaatappelboomen en wijnstokken, die niemands bijzonder eigendom schenen te zijn. Als lieden, die van alles beroofd waren, konden wij dan ook zoo nauw niet zien. Welk een genot, die sappige vruchten op onze lippen te drukken en geheele trossen uit die purpere wijngaarden te happen! Niet verre van daar in het gras ontdekte ik in de heerlijke schaduw der boomen eene frissche waterbron, waarin wij ons gelaat en onze handen met een gevoel van wellust dompelden. Terwijl wij ons zoo aan al de genoegens der rust overgaven, verscheen een kind tusschen twee olijfboschjes. "Ha!" riep ik uit, "een bewoner van dit gelukkige land!" Het was een kleine, arme, zeer ellendig gekleede, ziekelijke knaap, dien ons gezicht scheen te beangstigen; wij zagen er dan ook half naakt en met ongeschoren baard zeer ongunstig uit, en als het geen land van dieven was, moest ons voorkomen zijne bewoners wel schrik aanjagen. Zoodra de jongen op den loop wilde gaan, liep Hans hem na en bracht hem terug, ondanks zijn schreeuwen en schoppen. Mijn oom begon met hem zoo goed mogelijk gerust te stellen en zeide hem in goed duitsch: "Hoe heet die berg, vriendje?" Het kind antwoordde niet. "Goed!" zeide mijn oom, "wij zijn niet in Duitschland." En hij herhaalde de vraag in het engelsch. Het kind antwoordde evenmin. Ik was in groote spanning. "Zou hij stom zijn?" riep de professor, die trotsch op zijne taalkennis dezelfde vraag in het fransch deed. Het kind bewaarde het stilzwijgen. "Dan zullen wij het italiaansch beproeven," hernam mijn oom, en hij zeide in die taal: "Dove noi siamo?" "Ja! waar zijn wij?" herhaalde ik vol ongeduld. Het kind gaf geen antwoord. "Hoe is het! zult gij haast spreken?" riep mijn oom die toornig begon te worden en het kind bij de ooren trok. "Come si noma questa isola?" "Stromboli," antwoordde de kleine herder, die zich uit de handen van Hans losrukte en door de olijfboomen heen de vlakte bereikte. Wij dachten niet eens meer aan hem. Stromboli! Welk een uitwerksel had die onverwachte naam op mijne verbeelding! Wij waren in de Middellandsche zee, in het midden van den eolischen archipel, mythologischer gedachtenis! op het oude Strongylus, waar Eolus de winden en stormen aan een keten hield. En die blauwe
PREV.   NEXT  
|<   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  



Top keywords:

antwoordde

 

handen

 

kleine

 
Stromboli
 

herhaalde

 

vlakte

 

olijfboomen

 

groote

 

spanning

 

evenmin


engelsch
 

eolischen

 

uitwerksel

 
trotsch
 

archipel

 

fransch

 

dezelfde

 

professor

 

Duitschland

 

taalkennis


mogelijk
 

gerust

 

verbeelding

 

stellen

 

Middellandsche

 
stormen
 
schoppen
 

duitsch

 

onverwachte

 

vriendje


midden
 

winden

 

stilzwijgen

 

toornig

 

worden

 

schreeuwen

 
spreken
 

blauwe

 

gedachtenis

 
bereikte

herder

 
losrukte
 

questa

 
mythologischer
 

italiaansch

 

beproeven

 

hernam

 

zullen

 

Strongylus

 

ongeduld