estel van
Rhumkorff.--Reisvoorraad.--Uitrusting voor den tocht.
XII. Aanvang van den tocht.--Door IJsland.--Het vlek
Gufunus.--Overtocht van den Fjoerd.
XIII. Het huis van een boer.--De IJslandsche vrouw.--Gastvrij
onthaal.--IJslandsche hartelijkheid.--Melaatschen.
XIV. De familie van Hans.--Stapi.--Verbasterde geestelijke.--Vrees voor
uitbarsting.--Te mooi om mogelijk te zijn.--Gevaar voor uitbarsting.
XV. Het vertrek naar Stapi.--Grondgesteldheid.--Moeielijkheid van
den tocht.--De hellingen van den Sneffels.--De "mistoer".
XVI. Prachtig uitzicht van den Sneffels.--In verrukking.--Naar den
krater.--De vervloekte naam.--Geen zon, geen schaduw.--Lidenbrock
wanhopig.--De Scartaris geeft schaduw.
XVII. Naar den afgrond.--De theorie van Davy bevestigd.--Geen inwendige
warmte.--Op den bodem van den krater.
XVIII. Kalmte.--Begin der onderaardsche reis.--Schakeeringen der lava.
XIX. De kruisweg.--Vermoeienis van Axel.--Klimmen of dalen?--Naar
boven, naar Graeuben.--Dreigend watergebrek.
XX. Grondgesteldheid.--Teleurgestelde hoop.--Steenkolen.--Oorsprong
der steenkolen.--Vergeefsche tocht.
XXI. Gemoedsgesteldheid.--Opoffering van den
professor.--Spanning.--Columbus nagevolgd.
XXII. Zeldzaam geologisch genot.--Verdwijning van Hans.
XXIII. Water in uitzicht.--Weder voorwaarts.--Zoekende.--Dorst
gelescht.--De beek een wegwijzer.--Rustige slaap.
XXIV. Te horizontaal.--Bijna loodrechte lijn.--Onder den Oceaan.
XXV. Kalm vertrek.--Plaatsbepaling.--Heeft Hamphry Davy
gelijk?--Dichtheid der lucht.--Lucht in vasten toestand.
XXVI. Toenemende stilzwijgendheid.--Verdwaald.
XXVII. Levend begraven.--Splitsing der galerij.--Bede tot God.--In
de zwarte duisternis.
XXVIII. Een geraas!--Het geluid van
woorden.--Foerlorad.--Gemeenschap.--Gesprek op anderhalf uur
gaans.--Bemoediging.--Bewusteloos neergeploft.
XXIX. Ontwaken van Axel.--Was hij krankzinnig?--De grot verlaten.
XXX. De zee.--Onderaardsch licht.--Onmetelijk hol.--Versterkende
zeewind.--Woud van paddestoelen.--Fossiele beenderen.--Vrees voor
voorwereldlijke monsters.--Gerustheid van den professor.
XXXI. Door een zeebad versterkt.--Vloed, ebbe en magnetische
helling.--scheepstimmerhout.--Het vlot.
XXXII. Zeilklaar.--Vertrek van Graeubenhaven.--Het
scheepsjournaal.--Voorwereldlijke visch.--Blindheid van dien
visch.--Axel's droom.--Axel ontwaakt.
XXXIII. Des professors ongeduld geboekstaafd.--De lange zeereis.--In
het ijzer gebeten.--Zeem
|